Voorzitter Ed Korten (rechts) ontving uit handen van wethouder Willem Buunk het rood-witte schildje dat hoort bij de status van gemeentelijk monument. Foto: Luuk Stam

Voorzitter Ed Korten (rechts) ontving uit handen van wethouder Willem Buunk het rood-witte schildje dat hoort bij de status van gemeentelijk monument. Foto: Luuk Stam

Kerkje aan de Banninkstraat is nu gemeentelijk monument

Cultuur

Overleden Jaap van Gijssel had groot aandeel in verkrijgen monumenten-status.

Door Luuk Stam

HENGELO - Het kerkje van de vrijzinnige geloofsgemeenschap aan de Banninkstraat in Hengelo is sinds vorige week een gemeentelijk monument. Namens de kerkgemeenschap nam voorzitter Ed Korten op woensdagmiddag 11 mei uit handen van wethouder Willem Buunk van de gemeente Bronckhorst het bijbehorende rood-witte schildje in ontvangst, dat direct een plek kreeg op de muur naast de kerkdeur.

De in 1931 gebouwde kerk kwam er nadat een groep gelovigen zich afsplitste van de Protestante Gemeente in de iets verderop gelegen Remigiuskerk. In de beginperiode was er nog geen eigen gebouw en vonden de diensten in hotel Langeler plaats. Aan de Banninkstraat kregen de Hengelose vrijzinnigen vervolgens hun eigen plek. Daar telt de gemeenschap nu nog maar 18 leden, reden om ook over de toekomst van het kerkgebouw na te denken.

Dat deed de in februari van dit jaar overleden voorzitter Jaap van Gijssel dan ook volop. Hij zette zich in om het kerkgebouw – waar nog één keer in de maand een dienst plaatsvindt – op de lijst van gemeentelijk monumenten te krijgen. “We willen het gebouw behouden voor de toekomst, daar draagt een monumentenstatus aan bij”, verklaart Ed Korten, die het voorzitterschap na het wegvallen van Van Gijssel op zich heeft genomen.

Wat ook aan dat behoud moet bijdragen, is de ontstane samenwerking met de Hengelose Oudheidkundige Vereniging De Olde Kaste. Die vereniging had jarenlang geen vast onderkomen, maar huist sinds vorig jaar in deze kerk. Een groot deel van het archief ligt hier nu opgeslagen. In vitrines staan attributen met voor Hengelo grote historische waarde uitgestald, zoals de ambtsketen van de burgemeester van de voormalige gemeente Hengelo.

Sinds april van dit jaar is het archief van de oudheidkundige vereniging hier op dinsdagmiddagen opengesteld voor publiek. Het brengt ook nieuwe mensen in de kerk. “En wat we dan vaak horen, is dat ze hier nog nooit binnen zijn geweest”, vertelt Korten. “Mensen leren zo het gebouw kennen. En wie weet levert het onze gemeenschap nog nieuwe leden op. We zouden natuurlijk graag groeien, al loopt het kerkbezoek in het algemeen terug.”

Korten noemt de Hengelose vrijzinnige geloofsgemeenschap klein, maar heel hecht, een warm bad. Warm zijn ook de herinneringen aan Van Gijssel. De voormalig voorzitter had het vaak over ‘onze kathedraal’, zo vertelt bestuurslid Wim Heezen. “Jaap hield wel van een overdrijving hier en daar. Dan liep hij op zondagmorgen achter de dominee aan de kerk binnen en sprak hij: ‘Goedemorgen beste mensen, wat fijn dat jullie weer in groten getale hiernaartoe zijn gekomen.’ En dan zaten er amper tien mensen.”

Hoe klein ook, de waarde van het kerkje – dat in de houten kerkbanken plek biedt aan zo’n veertig mensen – is volgens wethouder Buunk niet te onderschatten. Hij noemt het deze woensdagmiddag ‘een dot van een kerkje’ en een parel voor Hengelo. “Het is karakteristiek voor het aanzicht van het dorp”, stelt de wethouder. “Je loopt er soms ongemerkt aan voorbij, maar als het zou verdwijnen, dan zou je het missen. En als je er even bij stilstaat, dan zie je de schoonheid van het gebouw.“

Binnen in de door Herman van der Kloot Meijburg ontworpen kerk – hij was eveneens de architect van de Kruiskerk in Eerbeek – zijn het vooral de glas-in-loodramen aan de zijwanden die in het oog springen. Ook is er het pijporgel uit 1905, dat zich oorspronkelijk in een klooster bevond. “Het orgel is goed onderhouden en nog in heel goede staat”, vertelt Korten. “Organisten komen heel graag op dit orgel spelen, daar zijn wij trots op.”

Korten is daarnaast zeer goed te spreken over de samenwerking met de oudheidkundige vereniging. En ook bij de totstandkoming daarvan speelde Van Gijssel een sleutelrol. “Hier dreigde kerksluiting en Jaap wist dat wij een plek zochten”, vertelt Frans Geurtsen, voorzitter van De Olde Kaste. “Dankzij hem is dit balletje gaan rollen. Cultuur en religie gaan hier nu samen, dat is mooi. En als vereniging kunnen we nu zeggen dat we in een monument zitten.”

Ook wethouder Buunk ziet in de ontstane samenwerking een positieve ontwikkeling. “Het gebruik past goed bij het gebouw en de ervaring leert ook dat gebruik van een monument belangrijk is voor het behoud ervan”, aldus de wethouder. Als het aan de geloofsgemeenschap ligt, blijft ook de maandelijkse dienst nog een hele tijd bestaan. Korten: “Zolang het nog kan, willen we onze leden dit warme bad blijven bieden.”

Wethouder Willem Buunk schroeft het rood-witte schildje dat hoort bij de status van gemeentelijk monument op de muur. Foto: Luuk Stam