Tekst en uutleg

Gedonder in de politieke partijen is meer regel dan uitzondering. Op zich niet zo erg want het scherpt de geesten en men houdt elkaar wakker. Baudet maakt er zo’n puinhoop van dat er geen peil op te trekken valt waar hij nu wel of niet naar toe wil; semi-intellectueel en publieksgeile showman; de meeste serieuze medestanders werden net op tijd wakker en willen niets meer met hem te maken hebben. De partij met de meeste leden, maar of die leden ook bij zinnen komen? Joost E. mag het weten!

Het politieke handwerk zal er niet onder lijden. De parlementaire commissie zoekt uit wie heeft zitten slapen en schuldig is aan leed en ellende in gezinnen die ondersteuning nodig hebben voor kinderopvang.

De eerste vraag die zich voordoet: moet kinderopvang wel zodanig gesubsidieerd worden, of moeten ouders die zelf hun kinderen in het gezin verzorgen en opvoeden meer worden ondersteund en gestimuleerd? Kunnen vader en moeder samen met anderhalve baan en samen met één auto flexibel werken zodat één van beiden er is voor hun kinderen?

De tweede vraag is: zijn ministers en/of staatssecretarissen altijd eindverantwoordelijk? Zij staan voor de commissie te schutteren en stotteren omdat ze niet alle dossier kunnen kennen, daar hebben ze ambtenaren voor; en die houden ze waarachtig de hand boven de kop, in plaats dat men die stugge koppen laat rollen. Dat zou als bewijs kunnen dienen dat ons land geregeerd wordt door ambtenaren die elkaar controleren en in het zadel houden. Als een minister daardoor moet aftreden dan is het niet meer dan reëel dat zijn/haar ambtenaren tot in de derde laag er ook uit vliegen: zij zijn aangesteld om op te letten en hun boerenverstand te laten werken. WERKEN.

Derde vraag: hebben we nou echt een pandemie nodig om de juiste proporties terug te vinden? Pijnlijke manier om zo enkele goede effecten te ontdekken, zoals het oplossen van de files; niet steeds meer asfalt en (snel-)wegen maar minder verkeer, door het carpoolen en het openbaar vervoer te verbeteren. De Betuwelijn en hoge snelheidslijnen beter benutten, de economische bedrijvigheid spreiden zodat er geen grote woonconcentraties nodig zijn in flatgebouwen, nog erger dan legbatterijen. Het thuiswerken heeft de CO2-uitstoot drastisch teruggebracht en de atmosfeer is zienderogen opgeknapt zonder vliegverkeer. Als de ‘oude’ toestand terug keert dan vrees ik het milieudeksel op de neus van onze (klein) kinderen!

Ten vierde: zijn we voldoende doordrongen en overtuigd waar de belangrijkste werkers -naar mijn mening- te vinden zijn? In de zorgsector, de dienstverlening, de voedselketen, de openbare orde enzovoorts, enzovoorts. Zit het onderwijs voor de jeugd op het goede spoor? Niet iedereen kan een bureaustoel bezitten en een toetsenbord bespelen.

Ten slotte: moet ik bekennen dat ik maar een brood etende profeet ben die ook graag een hapje buiten de deur eet, al waardeer ik meer de degelijke dagelijkse pot van moeder de vrouw. Op enkele verre reizen te veel armoede en ongelijkheid gezien die om een oplossing schreeuwen. Die gebieden worden extra zwaar getroffen, ook door deze pandemie.

G. H.
geertholterveld@gmail.com