Landgoed Het Regelink is eigen terrein geworden. Dat staat Everhardt Lubbers tegen. Eigen foto
Landgoed Het Regelink is eigen terrein geworden. Dat staat Everhardt Lubbers tegen. Eigen foto

De Règelinklaane, Harmen Jan en Robin Hood

HENGELO - Als kind wandelde ik op zondag met opa door de Regelinklaan. Opa noemde dat kuieren. Met zijn handen op de rug, de pet op zijn kruin, kuieren naar het plantsoen voorbij het Regelink. Ik heb het over eind jaren vijftig, begin jaren zestig van de vorige eeuw. Lang geleden dus. De Regelinklaan was vernoemd naar Huize Regelink; een opvanghuis van de Hogeland Stichting. Een opvanghuis voor mannen die minder geluk en succes hadden en niet in staat waren een zelfstandig leven te leiden.

Inmiddels wat ouder, werd het terrein rond het Regelink de speelplaats van mij en mijn vriendjes. Een prachtig bosperceel met een vijver en een heus eiland in het midden. Vaak kwam je er bewoners van het Regelink tegen, zoals de kleine, kromme, Harmen Jan op zijn klompen. 'Moi Jan Harmen.' 'Ik bun niet Jan Harmen, ik bun Harmen Jan!'
Het eiland in de vijver kon je alleen bereiken via een lange, erg smalle boomstam. Een hele kunst om op het eiland te komen. Vooral in het najaar en in de winter was die boom spekglad. Als je geluk had kwam je aan het eind van de dag zonder nat pak thuis.
Het eiland was ons 'schateiland'. De schat werd verborgen en op een tekening werd aangekruist waar deze begraven lag. Net als in de film.
Met mijn vriendjes speelden we 'coiboi' en indiaantje, Bonanza en Robin Hood. De onverschrokken Robin Hood. De held die het opnam voor de minder bedeelden en de strijd aanbond met de landheren die zich verrijkten over de ruggen van het gepeupel. Heel wat veldslagen hebben zich daar rond het Regelink afgespeeld. Met onze houten zwaarden gingen we elkaar te lijf of ons leven er vanaf hing.

Dat was toen...

Toen ik ouder werd zag ik het gebied rond de Règelinklaane veranderen. Het Heurnemansbùske moest plaatsmaken voor nieuwbouw. En zo'n vijfentwintig jaar geleden moest ook ons eiland er aan geloven. Ons! eiland. Ons eiland werd eigendom van succesvolle zakenmensen die er een groot landhuis bouwden. Er kwam een bord 'Verboden Toegang'. 'Verboden Toegang' betekende dat al die stoere jongens die na mij kwamen hun grote helden niet meer konden verbeelden in hun spel op dat prachtige eiland in dat donkere bos.
Tegenwoordig fiets ik regelmatig door de Regelinklaan. Een tijdje terug stuitte ik tot mijn grote verbazing op een groot wit hek met daarvoor geplaatst een bord met, jawel, 'Verboden Toegang'. Nadere bestudering leerde mij dat de bospercelen tot verboden gebied waren verklaard, dat ik nog wel op de laan mocht wandelen, zij het gedoogd, maar dat het voor fietsers verboden gebied was geworden; Artikel 461 Wetboek van Strafrecht.
Hoewel ik er in het begin mijn schouders over ophaalde, begon het me, bij elke keer dat ik het bord (per fiets!) passeerde, meer en meer tegen te staan. Hoezo verboden gebied?
Het bos waar ik in mijn kinderjaren speelde. De laan waar ik al meer dan zestig jaar doorheen fiets, het eiland van mijn jeugd, dat van mijn vriendjes en van Harmen Jan, verboden gebied?!
Jazeker! Verboden gebied; Artikel 461 Wetboek van Strafrecht. Het is op ons veroverd door nieuwe landheren; les nouveax riches. Zij hebben het nu voor het zeggen, onder het motto: Wie betaalt die bepaalt.
Afgelopen vrijdag, voor het bord 'Verboden toegang, Artikel 461 Wetboek van Strafrecht' staand, kreeg ik weer even dat gevoel van toen, van die jongen met zijn houten zwaard die het onrecht wil bestrijden: 'Mannen, dat laten we ons niet gebeuren. Te wapen!'

Maar ja, op mijn leeftijd?

Overigens, wie patent heeft op het bestrijden van landheren is Robin Hood. Iemand toevallig zijn telefoonnummer? Moet'ie wel zijn paard thuis laten want ook deze edele viervoeters zijn in de Règelinklaane niet meer welkom.
Mijn opa, had hij nog geleefd, zou zeggen: 't Mot niet gekker worden. Wat denkt die luu wel niet!'

Everhardt Lubbers
Hengelo Gld.