75 Jaar Bevrijding

Vervolg van voorpagina

HENGELO - Het ondergedoken gemeentepersoneel keert geleidelijk terug van hun onderduikadres waar ze sinds september 1944 verbleven. Burgemeester Van Hoogstraten wordt weer gesignaleerd in het dorp, net als de ambtenaren Morsink, Arends, De Vries en Reusink. Ook de eerste joden keren terug naar Hengelo. Van de 44 joden in Hengelo blijken (later) slechts tien te hebben overleefd. Het enige gezin dat voltallig overleefde was dat van Jules Löwenhardt. Jules en zijn vrouw Rosetta hebben bijna drie jaar ondergedoken gezeten in Hengelo Overijssel, en treffen een grote zwijnenstal aan in hun huis in Kastanjelaan, waar de NSB'er Sminia heeft gewoond. Hij was in de laatste oorlogsjaren hoofd van de politie in Hengelo. De garage van Löwenhardt wordt in de eerste week van april gebruikt om opgebrachte NSB'ers vast te houden. Daar is direct op 2 april een begin mee gemaakt. Een soort Ondergrondse Dienst is herkenbaar aan gekleurde of witte banden met het opschrift 'Oranje'. Ze laten de NSB'ers met hun handen in de nek naar het gemeentehuis lopen met joelende mensen erachteraan. Geen verheffende taferelen. Het zijn chaotische dagen. Allerlei pluimage is plotseling lid van de Ondergrondse Dienst, geselecteerd wordt er eerst niet. Zo kan het voorkomen dat leden van deze dienst later zelf worden opgepakt, maar na enkele dagen loopt dat beter. Aan het eind van de eerste dag zijn er al dertig NSB'ers en zwarte handelaren samengebracht in de garage van Löwenhardt. In de verte klinkt het geluid van geschutvuur uit de richting van Doesburg, Steenderen, Zutphen en Lochem waar nog flink wordt gevochten.