Ik zou zo graag willen…

2020 is het jaar dat ik de bevrijding wil vieren, nu 75 jaar geleden. Toen was er een natie die teruggedreven moest worden binnen haar grenzen, na een oorlog die onvoorstelbaar veel leed en ellende heeft veroorzaakt. De grote agressor – ik weiger zijn naam te schrijven – die leed aan grootheidswaanzin, heeft het Duitse volk opgezweept, geknecht en gekneveld. Gewetenloos en genadeloos stuurde hij hen de dood in om eerst dood en verderf te zaaien in bijna heel Europa.

Ik zou zo graag willen weten of vandaag de dag zoiets nog denkbaar is; of een dergelijke zieke geest zoveel macht naar zich toe kan trekken vóórdat er wordt ingegrepen. Of iemand tot daden in staat is die 75 jaar later nog pijn doen en herdacht moeten worden: opdat wij nooit vergeten!
Als vierjarige kleuter mocht ik de bevrijding meevieren in mei 1945, al begreep ik er nog maar weinig van, ik zag de volwassenen om mij heen lachen, dansen en huilen van blijdschap. De verhalen die ik later hoorde over gruwelijkheden die de bevolkingen in de landen is aangedaan, hielden mijn angstgevoelens van het oorlogstumult en de bedrukte stemmingen nog lang in stand. Maar een beschadigde kinderziel krijgt de gelegenheid te herstellen in de loop van de tijd; hoe anders moet dat zijn voor oud-strijders van beide zijden die zo langzamerhand van ouderdom uitsterven. En voor nabestaanden, die maar niet kunnen vergeten en misschien ook niet kunnen vergeven; wanneer worden zij bevrijd?

Toen ik jong was (…) en mijn eigen conclusies ging trekken, toog ik regelmatig naar Duitsland om te zien of die verguisde mof nog bestond en ik schuwde niet het gesprek op de oorlog te brengen. Met ons jonge gezin brachten wij menige vakantie door in ons buurland. Het bleek al snel dat het schaamtegevoel voor de oorlogsdaden oprecht was/is en de 'wieder gut machung' als aflossing van een grote schuld werd ervaren.

Ik zou zo graag willen weten wat het motief was in de dertiger- en veertiger jaren van de vorige eeuw, om de bevelen van een gestoord persoon blindelings op te volgen; crisistijd, armoede, angst… Of toch de gedachte het Germaanse rijk en volk te zuiveren en Europa daaraan te onderwerpen?

Ik zou zo graag willen weten hoe er een radicale draai kon worden gemaakt tussen toen en nu; kan er een mentaliteitsverandering tot stand komen in nog geen eeuw?
Toen in mijn militaire diensttijd de Berlijnse muur werd gebouwd en gesloten vreesde het vrije westen een invasie van het communisme via Oost-Duitsland. West-Duitsland zocht en vond steun in de allianties en kon, door wijs beleid en wederzijds vertrouwen, na 25 jaar de muur en het ijzeren gordijn weer afbreken. Een enorme krachtsinspanning bracht Oost- en West-Duitsland weer samen en Berlijn werd weer de hoofdstad; maar de wonden van de verdeeldheid zijn nog zichtbaar en voelbaar.

Door hun werklust is de wederopbouw en hoogconjunctuur tot stand gekomen zoals ook in de rest van Europa en de welvaart liet toe dat vele vluchtelingen konden worden opgenomen. Niet alle Duitsers zijn daar gelukkig mee, maar Angela Merkel zei: "Wir schaffen das"; dit beleid is een domineesdochter waardig!
Ook in ons land worstelen wij met het vluchtelingenvraagstuk; mensen die de oorlogsgebieden zijn ontkomen moeten geholpen worden op de plek des onheils, zodat zij niet ontheemd raken en ons land niet overbevolken, wat op zich al een wereldwijd probleem is.

Ik zou zo graag willen weten wie dat verantwoord kan oplossen; zoals eerlijk verdelen van het voedsel, het werk, de ontwikkeling, natuur, bodemschatten en grondstoffen.
De hongerwinter van 1944-'45 heeft de plattelanders geleerd te delen; de stadse westerlingen hebben daardoor de bevrijding ook mee kunnen vieren. Opdat ook zij niet vergeten, na 75 jaar. Dat we samen mogen omzien naar wat ons in die tijd aan mogelijkheden en luxe is ten deel gevallen. Niet eerder is Europa zo'n lange periode gespaard gebleven voor een oorlog, terwijl elders in de wereld het éne conflict na het andere wordt uitgevochten.

Ik zou zo graag willen dat wereldwijd de wapenfabrieken omschakelen naar het produceren van werktuigen en machines, ploegscharen en waterkanonnen om daarmee de armoede, de honger, de landrovers en wildstropers te bestrijden. Wij zijn ook geholpen met Marchalhulp om daarmee een vreedzame samenleving te realiseren, laten we dan geallieerd optrekken tegen alle vormen van geweld. Wij zijn pas echt bevrijd als iederéén bevrijd is!

Ik zou zo graag willen weten, waarom ons bevrijdingsfeest in duigen moet vallen door een pandemie, een corona-virus die wereldwijd om zich heen grijpt. Binnen een maand zit iedereen in huis opgesloten en niemand weet voor hoelang. Geen bezoek, geen soos, sport of school; niet naar oma of je dementerende opa in huize Avondrood en niet naar je ernstig zieke zus.
Heb jij het dagboek van Anne Frank gelezen? Niet? Doe het dan nu: tijd genoeg! Dan beseffen we pas ten volle wat essentieel is in dit leven, voor ons vege lijf. In dit licht gezien is het laatste modewoord 'ontspullen' zeer toepasselijk. Het woord 'hamsteren' moet worden verdrongen door 'gunfactor'.
We ervaren hardhandig dat eenvoud kenmerk is van het ware en dat angst een slechte raadgever is. Nog willen we er niet aan dat de dood ons, mij ook, bedreigd en we mensen zijn van één dag.
Ik woon riant buitenaf, bewaar twee meter afstand, werk in onze tuin en voer onze dieren en adem veel schepjes frisse lucht. En ik denk dan…

Ik zou zo graag willen weten hoe onze (klein)kinderen deze tijden ervaren. Zijn ze thuis creatief bezig of zitten ze op elkaars lip; gaan ze soms stiekem vanuit hun achterhuis naar hun vriend(in)?
De straat, de wijk, het dorp en de stad kunnen zo akelig benauwen. Hoe raken ze hun overtollige energie kwijt; worden de straatschoffies misschien huiskamerterroristen die met hun mobiele iPad gaan smijten?
Kampen de ouders wellicht met ophokperikelen of afkickverschijnselen van wat dan ook, waardoor alle verwijtbare situaties tot een vermijdbare uitbarsting aanleiding geven? Als verveling toe slaat, wordt dan ledigheid het oorkussen van de duivel? Scholen blijven gesloten want besmettingsgevaar ligt op de loer in samenscholingen, opeen gehuisveste groepen zoals in sloppenwijken en vluchtelingenkampen, in binnensteden, in gevangenissen en (pak)huizen voor bejaarden en zieken.

Ik zou zo graag willen dat de demonstranten die te hoop lopen tegen de megastallen prioriteit zouden geven aan hun medemensen, want de bestrijdingsmethoden van ziekte-uitbraken bij dieren is niet toepasbaar op overbevolking van mensen; geef alle mensen letterlijk én figuurlijk de noodzakelijke ruimte; bevrijding alom.
Volgens de Franse premier Macron zijn we in oorlog met een heel uitzonderlijke vijand die dagelijks meer slachtoffers veroorzaakt. Deze strijd moet gewonnen worden, met alle middelen die ons ten dienste staan.
Voor alle dreigingen die we kunnen bedenken hebben we verzekeringen en verdedigingen en noodmaatregelen, zelfs appeltjes voor de dorst. Wat kan mij nog gebeuren, ik heb alles wat mijn hartje begeerd.

Echter, sinds februari zijn we met de neus op feiten gedrukt die we niet voor mogelijk hielden en eigenlijk wel wisten, namelijk dat we niet alles in de hand hebben en dat we – wereldwijd – elkaar nodig hebben. Wordt ons, mij, een lesje geleerd? Gaat er een onverwachte rem op onze samenleving om ons (mij) de gelegenheid te bieden eindelijk eens opzij te kijken en niet alleen maar vooruit; stil te staan om te luisteren naar de kerkklokken op woensdag in plaats van op zondagmorgen. Tijdens de bevrijding in '45 greep men als eerste naar het klokkentouw en zong men gezamenlijk het Wilhelmus; al waren er ook enkelen die het 'Duitsen bloed' niet uit hun strot konden krijgen, zij zongen het tweede (zesde) couplet vol overgave mee: Mijn schild en de betrouwe, zijt Gij o God, mijn Heer Op U zo wil ik bouwen, verlaat mij nimmer meer.
Wij leerden beide coupletten uit ons hoofd op de lagere school en weten dus ook dat we de tirannie moeten verdrijven, in welke vorm dan ook; dus ook in virusvorm.

De regering en de knappe koppen uit de gezondheidszorg hebben de richting aangegeven en wij mogen, nee, moeten volgen. De vele oudere slachtoffers ten spijt, die deze bevrijding niet meer met ons mee kunnen vieren.
Voor hen is er één grote troost: het is binnenkort Goede Vrijdag en Pasen en dan krijgt onze laatste vijand de genadeklap. Dus toch bevrijdingsfeest!

Ik zou zo graag willen weten of jij ook in een risicogroep zit? Zo ja, berg je dan en zo nee, kijk dan om je heen of er assistentie of aandacht nodig is om de beknelde medemens te bevrijden; wereldwijd!
Het feest van 75 jaar bevrijding moet worden uitgesteld, maar van uitstel komt geen afstel, als we het Paasfeest mee vieren.
Steek de vlag uit en vier de vrijheid, al zitten we nog opgesloten in onze huizen en al zijn we nog in oorlog met een onzichtbare en hardnekkige vijand: het wordt 5 mei, zeker weten!
Jules de Corte zong: 'Ik zou weleens willen weten… Het woordje 'weleens' geeft mij het gevoel dat er iets op de lange baan wordt geschoven; ik heb het vervangen door 'zo graag' vanwege mijn ongeduld.
Jules was blind en vroeg zich niet af waarom hij blind was, maar waarom de mensen zo moe zijn. Misschien door hun jachten en jagen, misschien door hun tienduizend vragen; want ze zijn al zo lang onderweg naar de vrede toe. Daarom zijn de mensen zo moe!

Maart 2020,
Gert Hiddink, Toldijk