Jur Boschloo is gek op zijn schaap en haar zesling, en dat is wederzijds. Foto: Liesbeth Spaansen
Jur Boschloo is gek op zijn schaap en haar zesling, en dat is wederzijds. Foto: Liesbeth Spaansen

Jur Boschloo trots op zijn
lammetjes zesling

STEENDEREN – Het was een hele verrassing toen Jur Boschloo (15) thuiskwam van school, maandagmiddag 25 februari. Rond de klok van 11.30 uur had een van zijn twee schapen een zesling gekregen. "Ze had eerder steeds vierlingen, maar zes is wel uniek," vertelt Jur twee weken later nog steeds enthousiast. "De kleinsten krijgen ook flesvoeding, maar ze zijn alle zes gezond en goed gegroeid."

Door Liesbeth Spaansen

Op de melkveeboerderij van zijn ouders, Hans Boschloo en Monique Pelgrom staan de koeien in de wei. "De kinderen wilden toen ze klein waren ook schapen en daarom namen we eerst maar eens een leaselammetje. Jur was gek van Bolletje Wolletje," vertelt Monique. "Maar toen hij acht was wilde hij nog steeds echt zelf schapen houden."

Vier keer per dag flesjes verse warme koeienmelk

Bij schapenhouder Jan Willem Rewinkel mocht Jur twee ooien uitzoeken. Hij koost voor twee Swifters, kruisingen tussen een Texelaar en Flevolander. "Ik vond het mooi dat de ene grof wollig was en de andere zacht." Opa Gerard Pelgrom hielp hem met het timmeren van een schapenhok. Na een logeerpartijtje van een rammetje van uit de kudde Jan Willem werden de eerste lammetjes geboren. "Dat waren ook vierlingen," lacht Jur. "maar daar konden de ooien zelf voor zorgen."
Ook latere jaren waren drie- of vierlingen geen uitzonderingen, maar nu is er dan een zesling geboren. "Een ooi heeft twee uiers en in het beste geval heeft ze twee lammetjes, daarom worden deze zes bijgevoerd met flesjes verse warme koeienmelk, dat is het beste," vertelt Hans.
De dierenarts had met een scanner al gezien dat het toch fors uitgedijde schaap meer lammetjes bij haar droeg dan gemiddeld. "Daarom hielden we haar al goed in de gaten," vertelt Hans. "Ze had op een gegeven moment een soort van nesteldrang, ze krabde op de stalvloer. Maandagochtend 25 maart was het zover. Ik heb haar geholpen bij de bevalling. Na een wit en een zwart lammetje van een goede maat, kwamen een kleinere witte en zwarte. Daarna controleerde ik haar en bleek er nóg een wit lam te zijn, een flink grote ook." Dacht Hans dat het de laatste was, na een laatste controle bleek er nog een zesde lam te zijn, ook wit.

Jur heeft deze bevalling gemist, maar zo zegt hij: "Ik was op school, dus het is niet anders." Zijn lammetjes krijgen vier keer per dag bijvoeding en Hans en Monique helpen hem daar graag mee. "Het is een drukke baan, naast mijn school," lacht Jur.
Nog een paar weken bijvoeren en dan kunnen ze zichzelf goed redden. "Ze zitten nu in een groter hok, buiten is het nog te fris. Over een paar weken gaan ze de wei in," vertelt Jur. "Ze blijven tot augustus nog bij de moeder, daarna gaan de rammetjes naar een andere schapenboerderij."