Ben Albers en zijn zoon Lucas na een lange Pelgrims fiietstocht in Rome. Foto: PR.
Ben Albers en zijn zoon Lucas na een lange Pelgrims fiietstocht in Rome. Foto: PR. Foto:

Huisarts Ben Albers maakt pelgrimstocht naar Rome

VORDEN – Huisarts Ben Albers (53) uit Vorden maakte vorige maand per fiets een pelgrimstocht naar Rome. Al jaren wilde hij graag deze route gaan fietsen. Via de Belgische Ardennen fietste Ben Albers (53) naar Reims in Frankrijk. In Reims kwam de 'Vordense pelgrim' op de Via Francigena, de bedevaartroute die Canterbury in Engeland verbindt met Rome. Eerder fietste Albers al naar Santiago de Compostella in Spanje en dat was erg inspirerend. "En ik ben nou eenmaal gek op fietsen. En soms is er gewoon geen duidelijk waarom, dan moet het gewoon", zo verklaarde Albers voordat hij van start ging voor de drie weken durende pelgrimstocht.

Door Jan Hendriksen

De afstand van de pelgrimstocht bedroeg vanuit Vorden naar Rome 2200 kilometer. Goed voor gemiddeld honderd kilometer per dag voor Albers op zijn zwarte Moulton APB. Vanaf Lausanne vergezelde zoon Lucas (19) zijn vader. Bijna dagelijks hield Ben Albers een blog bij waarop hij zijn persoonlijke ervaringen deelde met menig Vordenaar. "Wat zijn na drie weken de conclusies? Wat is de opbrengst van drie weken zwoegen onder de zon?" Op deze twee vragen liet Ben Albers via zijn blog het volgende weten.

"Er zijn pelgrims die beschrijven dat ze op weg een ander mens worden of dichter bij God komen. Helaas kan ik niet zeggen dat er dit soort dingen gebeurd zijn onderweg. Nu waren er ook geen grote problemen met mezelf of met mijn geloof toen ik wegging, misschien speelt dat ook mee. De dag was altijd zo vol met fietsen, eten, weg vinden, wassen en een route voor morgen maken dat er geen tijd is geweest voor enige vorm van reflectie. Aan de andere kant: ik heb drie weken lang geen moment nagedacht over het werk dat ik normaal doe en de zorgen die daarmee samenhangen. Voor iemand met een druk bestaan is dit een prima manier om de kop leeg te krijgen. Voor mensen die op zoek zijn naar 'hogere' gedachten kan ik alleen aanraden niet te gaan fietsen maar te gaan wandelen. Wandelaars zitten in de natuur, fietsers zitten in de bewoonde wereld. Wat ik gezien heb van de wandelende pelgrims is dat ze een heel ander ritme hebben. Ze hebben vier keer zoveel tijd nodig om de afstand van een fietser af te leggen, dus wellicht dat er in die extra tijd iets in de geest kan gebeuren. Toen ik mijn tweede stempel ging afhalen in de Sint Jacobs Kapel in Nijmegen zei de ervaren pelgrim die me de stempel gaf dat drie weken veel te kort waren, hij heeft wat dit betreft dus gelijk gehad.De opbrengst van de pelgrimage is dat het erg goed was drie weken afhankelijk te zijn van anderen. In mijn normale bestaan zijn anderen denk ik meer afhankelijk van mij dan andersom. Maar juist in die afhankelijkheid merk je dat het nog niet zo slecht gesteld is met de mensen. Onderweg ondervond ik elke dag weer meerdere malen dat mensen erg bereid zijn om je vooruit te helpen. Iemand die je de weg wijst, iemand die je zijn fietspomp leent, iemand die je zijn gereedschap kist komt brengen als de fiets gerepareerd moet worden, je fiets in een onveilige donkere stad een veilig plekje geeft, mensen die voorzichtig met je zijn in het verkeer, of moeite doen om je te begrijpen als Frans of Italiaans weer tekortschiet, of gewoon breed lachten als je op je fietsschoenen binnen komt kachelen. We mogen dan Creditcard Pelgrims zijn: niet alles is te koop."

Hoogtepunten en dieptepunten
De zwaarste etappe was zonder twijfel het stuk van Chalon-en-Champagne naar Brienne-le-Chateau. Anoniem Frans land vol graanvelden dat maar op en neer bleef gaan met de wind tegen, zon op de kop en de bidons leeg en de laatste Mars achter de kiezen. Zeventig kilometer volle bak afzien. Hoogtepunt voor Lucas was het binnen fietsen van Lucca, voor mij het bereiken van de top van de Grote Sint Bernard Pas. Dat poortje op de top door, een gevoel van enorme voldoening en weten dat Italië aan de andere kant van de berg gaat beginnen. De gevaarlijkste etappes lagen in de Po-vlakte, rechte wegen en Italianen zijn geen goede combinatie. Veel Italianen hebben toch een stukje Valentino Rossi in zich en de poot moet dan op 't gas. Ze scheurden met grote snelheden langs ons heen, wel hielden ze altijd erg goed afstand. Het kostte ons drie dagen om uit te vinden welke wegen we dan wel moesten rijden, ze zijn er zeker en dan is de Po-vlakte echt mooi. De mooiste etappe lag in Toscane, van Lucca naar San Gimignano. Het is niet voor niets dat hier zoveel toeristen rondlopen. Goede tweede was de etappe Langres naar Besancon, heerlijk Frans land om lekker doorheen te rijden zonder dat je een kip tegenkomt. De mooiste kerk onderweg was zonder twijfel de kathedraal van Reims. Vanaf het moment dat je hem ziet als grijze stip aan de horizon tot je ervoor staat op het plein, indrukwekkend. Het is een overdadig versierde kerk maar het design is zo strak dat het allemaal perfect in evenwicht is. Reims is indrukwekkend groot, de kathedraal van Siena past er drie keer in.

Een echte pelgrim doet deze tocht op water en brood, maar ik kan niet door deze landen reizen en niet proeven wat er onderweg langskomt. Dan liever een neppelgrim, eten en wijn zijn net zo goed een stuk cultuur van een land als de kerken en kunst. Terug naar de vraag: waar was het eten het best? Er zijn twee landen die de eindronde halen: Frankrijk en Italië. Frankrijk met zijn zwaardere keuken, orgaanvlees, sausjes. Italië met zijn pasta, pizza en als je duurder gaat eten fantastische voorgerechten en hoofdgerechten. Frankrijk is zwaarder maar soms wel spannender in de smaken, Italiaans eten is altijd lichter en makkelijker dan dat in Frankrijk. Ik ben er nog niet uit, de reis zou opnieuw gemaakt moeten worden om tot een echt goed oordeel te komen.

We hadden voor deze trip fietsen meegenomen die nog vrij dicht in de buurt van racefietsen zaten. Dat was nodig omdat we niet heel veel tijd hadden en de dagafstand relatief hoog was, veel pelgrims doen de halve dagafstand die wij deden. Die pelgrims zitten vaak op meer mountainbike georiënteerde fietsen en zij volgen een route die minder asfalt en meer steenslagwegen heeft. Voor het Italiaanse gedeelte met zijn drukkere wegen kan ik me voorstellen dat het fijn is om uit te kunnen wijken naar rustiger wegen, ik moet er niet aan denken om de duizend kilometer door Frankrijk te doen op een mountainbike. Wellicht is het beste compromis een fiets te nemen die bredere banden kan hebben en in Noord-Italië racebanden te vervangen door bredere banden. Het was fijn om de Moulton mee te hebben, op de slechte Italiaanse wegen heeft de vering overuren gemaakt. De Moulton kan beter klimmen dan ik had gedacht, de fiets heeft wel moeite met sterk wisselende klimpercentages en zou ik het opnieuw doen gaat er een kleiner verzet mee. Bijkomend voordeel: welke markt je ook opkomt, je hebt gelijk met iemand een gesprek.

De kunst van reizen is niets teveel mee te slepen. Terugkijkend had ik alleen de slaapzak thuis kunnen laten die is twee keer gebruikt maar toen had ik ook lakens en dekens kunnen huren. Over licht reizen is heel veel geschreven, maar de basis is heel simpel: naarmate je meer gaat verdienen kan je ook meer thuislaten. Dat werd in extreme vorm bewezen door een stel uit de USA die we de voorlaatste dag tegenkwamen. Er hing een minimaal tasje aan hun fiets en we dachten dat we nu toch de 'heilige graal' van het licht reizen waren tegengekomen. In zekere zin was dat ook zo, na twee dagen waren ze erachter gekomen dat ze niet vooruit kwamen en sinds dag drie stuurden ze de bagage elke dag vooruit naar het hotel per taxi. Zo kan het ook, maar niets voor ons. Dat was het dan. 't Is mooi ewes!".