Sjors Kemp (rechts) en Maarten de Vrught reizen samen door Zuid-Amerika. Foto: PR
Sjors Kemp (rechts) en Maarten de Vrught reizen samen door Zuid-Amerika. Foto: PR Foto:

Keijenborger vliegt na hondenbeet in Bolivia 'even' terug naar huis

KEIJENBORG - Sjors Kemp (25) uit Keijenborg vertrok begin december voor twee en een halve maand naar Zuid-Amerika. Een bijtende hond zorgde er echter voor dat de backpacker op 8 januari alweer thuis was. De spuiten met MARIG bleken ter plekke niet te krijgen.

Door Luuk Stam

"Het was een raar weekje," zo schrijven Sjors Kemp en zijn Keijenborgse reisgenoot Maarten de Vrught op de speciaal voor hun reis naar Zuid-Amerika in het leven geroepen Facebookpagina. Dat rare weekje start begin januari in de Boliviaanse stad La Paz. De twee vrienden staan op het punt om met gehuurde motoren de Moon Valley in te gaan als Kemp in de straat van de verhuurder zijn motor even probeert. Op dat moment rennen er vijf honden achter hem aan. Als Kemp wil keren, bijt één van de honden hem in zijn kuit.

Dan begint de zoektocht naar de noodzakelijke medische middelen. Het Rabiësvaccin tegen hondsdolheid is snel gevonden. Maar het zoeken naar de minstens zo belangrijke spuiten met het menselijke antirabiësimmunoglobuline (MARIG) levert niets op. Toch moet MARIG binnen zeven dagen worden toegediend. De benodigde spuiten zijn er zelfs niet in La Paz, met ruim een miljoen inwoners één van de grootste steden van Bolivia. Ook in de omliggende landen Chili en Ecuador blijkt het middel heel lastig verkrijgbaar.
Heel even denkt Kemp eraan om deze spuiten dan maar niet te nemen. "Dan denk je: ach, dan krijg ik toch Rabiës. Daar zal vast ook wel een kuurtje voor zijn," geeft hij aan. Maar als hem even later duidelijk wordt dat Rabiës vrijwel altijd dodelijk is, besluit hij toch het zekere voor het onzekere te nemen. Omdat MARIG ter plekke nergens te krijgen is, betekent dat voor Kemp een retourtje Nederland. "Eerst klinkt het heel vreemd," vertelt hij nu. "Maar langzaam begin je dan te beseffen dat het toch de beste optie is."

Van de eerst beschikbare vlucht is hij zo laat op de hoogte dat hij deze mist. Maar laat in de avond van vrijdag 8 januari staat Kemp toch op de Amsterdamse luchthaven Schiphol. Zaterdagochtend krijgt de Keijenborger de spuiten waar hij voor naar Nederland is gekomen. "Vrij bizar om voor zoiets lulligs terug te moeten," vindt de backpacker. Hij laat zijn reislustigheid echter niet verpesten door de Boliviaanse hond. Op de zondagochtend na zijn aankomst in Nederland vliegt hij terug naar La Paz.
Terugkijkend realiseert hij zich twee dingen. Zo merkte Kemp dat de wereld eigenlijk vrij klein is. "Als er echt iets is, dan kun je binnen een dag weer thuis zijn," legt hij uit. Daarnaast dringt ook het besef door dat in Nederland de gezondheidszorg wel erg goed geregeld is. "De mensen daar kunnen ook gebeten worden door een hond," weet de Keijenborger. "En die hebben niet de mogelijkheid om op kosten van de verzekering even naar Nederland te vliegen. Voor hen kan een hondenbeet dus ook dodelijk aflopen."
De Keijenborger staat overigens niet alleen. Bijna driehonderd reizigers per jaar komen terug naar Nederland na een verdachte beet. Dit omdat veel landen geen MARIG produceren. Of omdat de vraag er zo groot is dat de voorraad opraakt. De Keijenborgse backpackers hopen het middel in ieder geval niet meer nodig te hebben. Hun trip duurt nog een maand en eindigt tijdens het carnaval in het Braziliaanse Rio de Janeiro. Dat is in ieder geval de bedoeling. "Als je reist, dan weet je niet altijd wat je te wachten staat," besluit Kemp. "Een verhaal als dit verzin je niet, maar het hoort wel bij het avontuur."