Afbeelding

Onlandse tijdingen | #hogeluchten

Opinie

Het lokale museum riep via Instagram op om foto’s te plaatsen van stadsgezichten met hoge luchten. Hoge luchten boven steden is het thema van een tentoonstelling in het museum die schilderijen uit het Rijks omvat en die door corona nog niet heel vaak is bezocht. 

De oproep werd heel eigentijds een lockdown challenge genoemd en om onverklaarbare redenen besloot ik de uitdaging aan te nemen.
Eigenlijk win ik nooit iets - ik geloof dat de hoofdprijs hier een gratis catalogus is - en ik ben ook niet zo in competities geïnteresseerd.

Maar ik deed plotseling mee.
In dit verband nog iets geks: ik kocht een lot van de Postcodeloterij, weer iets onzinnigs geboren uit een impuls.

Misschien is het een fase in mijn leven, misschien is het de lockdown zelf, maar ergens moeten die impulsen vandaan komen.
De aantrekkingskracht van die hoge luchten boven steden begreep ik wel.
In steden loop ik graag met mijn blik naar boven gewend, naar de gevels en hun toppen en de hemel erboven.

Die blikrichting is bevorderd sinds ik een zolderappartement bewoon, met uitzicht op daken.
Het voelt alsof ik een hemelbewoner ben, die zijn leefgebied deelt met de circa vijftig stadsduiven die voor en net boven mijn raam hun min of meer gecoördineerde vluchten maken in een rommelige wolk waar spreeuwen om zouden lachen.
Ze zijn me lief, die duiven, en ze worden met liefde door de stad verzorgd.

Ik zie uit op de gemeentelijke til waar ze nestelen, foerageren en hun behoefte doen en welbeschouwd behoort hun soort tot de alleroudste bewoners van steden; ze waren er ook al in het rampjaar 1572.
Sterker nog, ze waren er al voordat mensen steden gingen bouwen en leefden toen in rotsformaties.

Voor de stadsduif van nu is Zutphen een rotsformatie.
Als mede-rotsbewoner kijk ik graag naar ze als rondzwieren in hun zwerm, als ze kantelen in het zonlicht en hun witte borst even oplicht als een flits bij heldere hemel.

Maar de mooiste hemels zijn niet de blauwe, dat weten we al sinds de Hollandse schilderkunst schilderkunst werd.
Het zijn de wolken die tot de verbeelding spreken.
Wit, grijs, donkergrijs, bijna zwart.

Langgerekt, bolvormig, zacht, pluizig, waasachtig dun, kolkend dik.
Plat en laag, hoog en diep.

Het mooist zijn ze wanneer de zon of de maan ze beschijnt.
Hun variatie lijkt oneindig, afhankelijk ook van het uur van de dag.

Maar ook die getekende hemels staan niet op zichzelf; ze tekenen zich af tegen de gevels van de stad of weerkaatsen in de spiegels van water.
Die spanning tussen het roerende en het roerloze schept de ervaring van het schone.

Wolkenluchten werken op onze ziel.
En ja, ik fotografeer ze graag, vooral hier, boven de rivier en de middeleeuwse stad, met zijn oude rode daken, zijn warme verweerde muren, zijn ingelegde plaveisel.
Ik kon de oproep van het museum niet weerstaan.

En bedenk: het is januari, en ongelooflijk grijs. 

Wim Boevink

Advertenties doorgeplaatst vanuit Aalten Vooruit