Huize Meenink, bewoond door de familie Helmich. Archief Willy Hermans

Huize Meenink, bewoond door de familie Helmich. Archief Willy Hermans

Achterhoek 120 jaar geleden

Algemeen

ACHTERHOEK - Aan de hand van krantenberichten blikken we terug op gebeurtenissen uit het verleden. Deze week gaan we 120 jaar terug in de tijd naar juni/juli 1901.

Door Willy Hermans

Verkiezingen
HENGELO - Het waren politiek roerige tijden. Dat drong ook in Hengelo door. Tutein Nolthenius uit Rotterdam zette zijn denkbeelden uiteen op een rumoerige avond in zaal Kremer. Hij had felle tegenstand onder de opkomende liberalen, geleid door mr. Goeman Borgesius.
In Hengelo was Koning voorzitter van de liberale partij, D. Ouweleen was secretaris en G.J. Lubberdink penningmeester. Koning was nog kandidaat voor lid van de Provinciale Staten, maar haalde het niet.
De Tweede-Kamerverkiezingen brachten het kabinet van anti-revolutionair Abraham Kuyper voort. Hij was een predikant, die het opnam voor de eenvoudige gereformeerde gelovigen. Door zijn eigenzinnig gedrag en weinig tactisch optreden zou hij velen verbitteren.
Overigens mocht niet iedereen aan verkiezingen deelnemen, daarvoor moest je aan enige voorwaarden voldoen. Een daarvan was dat je boven een bepaald inkomen moest uitkomen. De arme sloeber mocht niet stemmen. Als je dan aan alle eisen voldeed, kwam je na storting van vijftig gulden op een kiezerslijst, die in Hengelo zo tussen de vier- en vijfhonderd namen bevatte.

De jacht
HENGELO - Stropen werd in die tijd veelvuldig gedaan naar was streng verboden. Vooraanstaande burgers deden in feite hetzelfde maar dan met toestemming: zij vroegen elk jaar een grote jachtakte aan. In Hengelo deden dat natuurlijk de bewoners van de landhuizen: Arnold Helmich (Meenink), jonkheer Bosch van Drakestein en zijn zoon (’t Zelle) en baron Von Twickel (’t Kervel), alsmede hun respectievelijke jachtopzieners. Zij moesten uiteraard de wildstand in de bossen rondom hun landhuis op peil houden. Daarnaast was er een jachtakte voor de heren B.R. Prins, J. Klem, B. Demming, B. Esselenbroek, J. Mentink, A. Besselink, H.M. Mentink en J.H.W. Kerkhofs. Het jagen was een geliefkoosde bezigheid voor deze middenstanders en grote boeren.
Het seizoen begon op zaterdag 28 september. Toegestaan was:
a. met valken of haviken, mits zonder honden
b. met windhonden (lange jacht), mits zonder geweer en met niet meer dan vijf honden
c. met geweer en met of zonder staande honden
d. het vangen van houtsnippen.
Uitoefening van de lange jacht mocht alleen op dinsdag, donderdag en zaterdag. Jagen in ongemaaide velden met koren, tabak, peulvruchten of klaverzaad was verboden. De jacht op grof wild was toegestaan vanaf 11 november.

Kwakzalvers van Hermans
KEIJENBORG - Proces-verbaal voor J. Hermans, 40 jaar, (overgrootvader van schrijver dezes) wegens onbezoldigd leveren van geneesmiddelen. Ook de opa van Jan, Leendert Hermans, stond in het begin van de 19de eeuw te boek als iemand die rommelde met medicijnen en waarschijnlijk er een eigen praktijkje voor ‘alternatieve geneeswijzen’ op nahield. Verdere details vermeldt het familiearchief (nog) niet. Jammer, want zou het hier gaan om concurrentie voor de plaatselijke geneesheer? Misschien was het vertrouwen in alternatieve geneeswijzen (oftewel kwakzalverij) groter dan in de reguliere gezondheidszorg, die immers nog voor veel raadsels stond. Een proces-verbaal dat veel vragen oproept.

Mijnheer de Redacteur!
“Zoude het niet hoog noodig zijn den heer Venema, thans te Keppel vertoevende, die meermalen als een razende met zijn automobiel hier de stad door holt, te wijzen op het ongeluk dat dezer dagen te Alfen voorviel waar de 15-jarige A. de Kort door een automobiel werd aangereden, zoodat hij op de plaats dood bleef.
Dankzeggende voor de plaatsing V., Doetinchem”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant