Afbeelding

Lijntjes

Opinie


We stiften simultaan op dezelfde kleurplaat, ik binnen de lijntjes en zij erbuiten; het is allang begonnen, denk ik dan, het inperken van wat kan. “Wat doe je dat al netjes, schat. Dit stukje heb je nog niet gehad.” Ze weigert de kleurtjes verantwoord te hanteren, ik hoef het niet meer te proberen. Hoe zullen ze dat straks op de basisschool gaan interpreteren? Ik zie sowieso nog niet voor me hoe we die levensverandering gaan implementeren.

Hoe zal het zijn slechts in de schoolvakanties de markt op te gaan, zal de stroopwafelmevrouw failliet gaan? Elke week beklimt ze haar trapje met eenzelfde munt, je kunt er werkelijk maar één product van halen en toch blijft de kraamvrouw het haar vragen: “Wat wil je kopen?” Het is zo respectvol dat mijn neus ervan gaat lopen.

Dan daalt ze, met dat rood-wit geblokte papiertje om de koek heen, weer af. Reikt mij het omhulsel aan, waarna we kunnen gaan. Met onze billen richting de koude rand van de fontein. We zetten ons neer, ook als de stenen nog vochtig zijn. De stad en mijn neus drogen op en ik stijg op. Het is elke week hetzelfde; het scenario is me bekend en ik raak het nooit gewend. Hoe zal het straks zijn? Als haar armen, ter afscheid, beklemmend en krampachtig zijn? Wanneer we de fiets parkeren bij het schoolplein? Sus ik mijzelf daarna met de warme stroopwafel die zij niet meer eet? Wie weet.

Bij de kaasboer kreeg ze afgelopen week trouwens een wonderschoon beschilderd ei, ’t was net een roze 3D-schilderij. Op eieren lopend ging ze er mee door steegjes en winkels heen. Tot ze even, minder alert, niet goed had opgelet. De straat veerde niet terug en zij schrok allerminst terug. Ze kleurt namelijk nog buiten de lijntjes; meteen ving ze tot pellen aan, ze weet immers het allerbest hoe je enkel uit essentie kunt bestaan. Zich een weg banend richting de kern, reikte ze me haar roze schilletjes aan. Wie instinctief van een val een salto maakt, kan ook de gang naar het klaslokaal wel aan.

De binnenkant bleek minder schoon dan van buitenaf bezien, dat vond ik herkenbaar. Het ei zelf in de prullenbak te mogen gooien, maakte voor haar opnieuw alles smaakvol. Ik weet niet hoe ze het doet, zo veerkrachtig en goed. Wel weet ik dat binnen de lijntjes blijven je eerder tegen grenzen aanlopen doet. Natuurlijk, je krijgt er keurige kleurplaten van, maar zwart-wit bezien word je er voornamelijk erg kleurloos van.

“Mam, waar is de dop? De stift droogt uit.” Ze wekt me uit mijn mijmeren en ook ik kan de dop niet vinden. “Sorry, lieverd.” Zeg ik terwijl ik het opgeef. “Ik kan niet toveren.” En dan zie ik haar buiten alle lijntjes opveren:
“Maar mam, je kunt het wel proberen.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant