Afbeelding

Zonder vrees

Opinie

Mijn kameraad die in Polen woont, zat met een dilemma. Hij had een borrel met collega’s in de stad en was van plan om met de fiets te gaan, een rit van een klein uurtje heen en een klein uurtje terug. Het probleem zat ’m in de terugweg. Zijn collega’s hadden hem gewaarschuwd. Fietsen met alcohol op is in Polen net zo strafbaar als autorijden met alcohol op. En de boetes zijn erg hoog. Zou hij worden aangehouden, dan zou hem dat een kruiwagen aan Zloty’s kosten, omgerekend zo’n 2.500 euro. Daarbij: fietsers zijn in Polen al met een stuk minder dan een Nederland, een fietser in de avonduren valt helemaal op. Zou hij dat risico nemen?

Ergens voelde het totaal niet als een risico. Hoe vaak waren we in Nederland niet na een avondje stappen met de fiets huiswaarts gekeerd? De fiets was gratis, op elk gewenst moment klaar om te vertrekken, niet te beroerd om te wachten op een laatste drankje en de frisse lucht deed nogal eens wonderen. Door het donker over het verlaten fietspad van Doetinchem naar Hengelo stopten we geregeld om al zittend op een rotonde even uit te rusten. Om te genieten van het bijzondere moment ook, waarop er hooguit af en toe een taxi passeerde, de waan van alledag heel ver weg leek en de mooiste gesprekken vorm kregen. Zijn collega’s – veelal internationaal – vonden het maar vreemd. Fietsen was in hun land al niet gebruikelijk, laat staan midden in de nacht en met alcohol op.

Hier vormt de fietstocht nog altijd het slotstuk van menig feestje. Onlangs kwam er op een zaterdagavond – of beter gezegd in de heel vroege zondagochtend – een luidruchtige groep fietsers door het dorp. Vlak voor ons huis kletterde er een fiets op de grond. De berijder bleef erbij staan schreeuwen. Hoewel er weinig te maken was van wat hij wilde melden, dacht ik de stem van één van mijn andere kameraden te herkennen. Dit moest ik zien. Ik sprong uit bed, gooide het slaapkamerraam open, riep hard de naam van die kameraad naar buiten, gevolgd door: ‘Doe eens kalm!’ Het bleek totaal iemand anders te zijn, hij was ook veel jonger, maar het had wel het gewenste resultaat. Het geschreeuw hield spontaan op. 

De jongen keek verschrikt in het rond, zocht naar waar dat geluid in de stilte van de nacht ineens vandaan kwam en riep: ‘Oh, sorry, sorry!’ Hij wankelde wat. Ik moest lachen. Of hij een mooie avond had gehad, vroeg ik nog. Dat had hij zeker. Hij stapte wat verdwaasd weer op zijn fiets. Dat hij er niet direct aan de andere kant weer vanaf viel, was een klein wonder. In de verte klonken de stemmen van zijn vrienden, die kant moest hij op. Al slingerend vervolgde hij zijn weg. Alsof hij alle klinkers in de straat wilde eren. Ik dacht aan de vele nachtelijke fietstochten die ik zelf ooit maakte. Nu fietste de nieuwe generatie de nacht in. Richting huis na een topavond. Zonder enige vrees voor een boete van welke hoogte dan ook.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant