Tolk Anna Kravets op vakantiepark Bronckhorst – voorheen Kom Es An – in Hengelo, waar onlangs een tweede gemeentelijke opvang voor vluchtelingen uit Oekraïne is gerealiseerd. Foto: Luuk Stam

Tolk Anna Kravets op vakantiepark Bronckhorst – voorheen Kom Es An – in Hengelo, waar onlangs een tweede gemeentelijke opvang voor vluchtelingen uit Oekraïne is gerealiseerd. Foto: Luuk Stam

Vele Oekraïners in Bronckhorst krijgen hulp van tolk Anna

Maatschappij

Anna Kravets (36) vluchtte zelf in maart vorig jaar naar Nederland

Door Luuk Stam

HENGELO – Ze is afgestudeerd als docent Engels. En hoewel de 36-jarige Anna Kravets voordat ze vorig voorjaar haar woonplaats Odessa en haar land Oekraïne ontvluchtte in een heel ander vakgebied werkte – ze was salesmanager bij een internationaal bedrijf in sieraden en horloges – komt die achtergrond haar nu goed van pas. Waar zij de Engelse taal vloeiend spreekt, zijn veel van haar landgenoten het Engels niet machtig. En dat maakt het vinden van de juiste wegen in Nederland niet gemakkelijk. 

Kravets helpt daarbij als tolk, van de Oekraïense taal naar het Engels en omgekeerd. In die rol is ze sinds oktober vorig jaar in dienst van de gemeente Bronckhorst en ondersteunt ze landgenoten bij onder meer de registratie op het gemeentehuis, maar ze biedt ook praktische hulp: van het regelen van een fiets tot een school of een woning. Zelf verbleef ze een tijd lang in Vorden, nu heeft ze samen met haar moeder en twee zoontjes – 10 en 7 jaar oud – een plek gekregen in Almen. Ook haar man is momenteel bij zijn gezin, maar hij vertrekt binnenkort naar Amerika om daar een rechtenstudie af te ronden.

Het zit in mij om mensen te helpen. En ik wil mijn tijd niet verspillen

Zelf regelen
Naast haar werk als tolk ondersteunt Kravets ook de mensen van Vluchtelingenwerk in Bronckhorst. In beide rollen zet ze min of meer voort waar ze al vrijwel direct na haar aankomst in Nederland mee begon. “Het zit in mij om mensen te helpen”, vertelt ze. “En ik wil mijn tijd niet verspillen. Ik vind het fijn dat ik nu voor de gemeente kan werken. Als ik iets niet weet, kan ik altijd hulp inroepen. Wat ik zelf kan doen, doe ik zelf. Ik leer de Oekraïners ook om dingen zelf te regelen. Dat moet ook. Eerst dachten we dat deze situatie voor een paar maanden zou zijn. Inmiddels is duidelijk dat het veel langer gaat duren, niemand weet hoe lang.”

In en rondom Odessa, de thuisstad van Kravets, blijft het gevaarlijk. Een tijdje leek het er rustiger te worden, maar pas nog was er een Russisch bombardement op 50 meter van haar huis, een militair domein was het doelwit. “We hopen elke dag dat er iets gebeurt en dat de oorlog eindigt, maar hoe?”, vraagt ze zich af. “Het doet echt pijn. Iedereen had in Oekraïne zijn eigen leven, zijn eigen huis. Ook voor mij was het moeilijk om mijn land te verlaten, maar het leven gaat door. Het belangrijkste is dat mijn familie en ik hier veilig zijn, dat we hier kunnen werken, dat de kinderen naar school kunnen. En we zijn heel dankbaar voor de hulp van de overheid en de mensen in Nederland. Mensen zijn heel vriendelijk, proberen ons te ondersteunen, we voelen ons hier niet alleen.”

Ook voor mij was het moeilijk om mijn land te verlaten, maar het leven gaat door

Accepteren
Dat is ook wat ze haar landgenoten meegeeft. “Het belangrijkste is het accepteren van de situatie”, stelt Kravets. “Ik zegt tegen mensen: je bent nu hier, je leven is anders geworden, maar je moet niet thuis gaan zitten balen van de oorlog en alle veranderingen. Wees dankbaar dat je hier bent, in een veilig land met de mogelijkheid om jezelf verder te ontwikkelen. Het is niet de tijd om in een hoekje te gaan zitten huilen, het is tijd om te leven. Daarbij zijn we een voorbeeld voor onze kinderen, ook zij moeten door. We moeten sterk zijn.”

Waar cultuurverschillen aan de oppervlakte komen, probeert Kravets een band te smeden. “Doordat ik Engels spreek, praat je met meer Nederlandse mensen en leer je steeds meer over hoe de dingen hier gaan. Voor veel Oekraïners is dat lastiger. Als ik zie dat er misverstanden ontstaan, probeer ik die van beide kanten op te lossen. Ik leg mijn landgenoten uit: probeer je te verplaatsen in de Nederlandse mensen om situaties beter te begrijpen. Wat denken zij? Hoe voelt het voor hen? En andersom leg ik Nederlanders uit dat de Oekraïners gemakkelijker met mij praten dan met hen. Omdat ze mij iets uit kunnen leggen in hun eigen taal.”

Veel van haar landgenoten hebben het telefoonnummer van Kravets. Geregeld wordt ze ook ‘s avonds laat nog gebeld, als zich een noodsituatie aandient. Een kind dat hard is gevallen en waarschijnlijk zijn of haar been heeft gebroken. Of iemand met hoge koorts. Niet zelden pakt de tolk dan haar auto om iemand naar de huisartsenpost of het ziekenhuis te rijden. “Ik vind het fijn dat ik kan helpen”, klinkt het. “Natuurlijk heb ik het zelf ook bij momenten zwaar, natuurlijk is er stress. Maar ik ben blij als ik door mijn hulp een glimlach op het gezicht van mensen zie verschijnen, daar word ik zelf ook vrolijk van.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant