Het huisje in Keijenborg. Foto: Edy Kwak

Het huisje in Keijenborg. Foto: Edy Kwak

Transformatorhuisjes in de Achterhoek

Maatschappij

Ons leven speelt zich voor een groot deel af in gebouwen. Soms zijn ze puur functioneel, sommige gebouwen zijn er om mee te pronken, terwijl anderen ze juist afzichtelijk vinden. Achter vrijwel elk gebouw schuilt een verhaal. Architect Edy Kwak neemt voor Achterhoek Nieuws een kijkje bij een bijzonder gebouw in de regio.

Een herinnering aan de elektrificatie van het platteland

Door Edy Kwak

ACHTERHOEK - Iedereen heeft ze wel eens gezien in de omgeving: transformatorhuisjes. Schijnbaar op willekeurige plaatsen neergezet. In allerlei maten en vormen. Architectonische juweeltjes, nuchtere landelijke vormen of, zoals tegenwoordig, vierkante gebouwtjes zonder kraak noch smaak.
Sommige oudere gebouwtjes zijn op de landelijke of gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.

Ze hebben allemaal één ding gemeenschappelijk: een stalen toegangsdeur met de tekst ‘levensgevaarlijk’ en een bliksemschicht erop vermeld. Er hangt altijd een soort ‘mysterieus sfeertje’ omheen. Wat zit er nu in zo’n gebouwtje. Het heeft met elektriciteit te maken, dat is wel duidelijk.

Simpel gezegd: vanuit het net komt er 40.000 Volt binnen en er gaat 400 – 230 Volt uit.
Het is vergelijkbaar met je telefoonoplader. Daar gaat 230 Volt in en er komt 5 Volt uit en je voelt dat de oplader warm wordt.

De eerste trafohuisjes werden rond 1920 gebouwd. Een nieuw type gebouw en een nieuwe functie. Er werden architecten ingehuurd om deze bouwwerkjes vorm te geven en die probeerden er iets moois van te maken. Een aantal van deze kleine gebouwtjes hebben de monumentenstatus gekregen.
Een paar karakteristieke ‘pareltjes’.....

In Steenderen langs de Bronckhorsterweg 2
In 1922 gebouwd naar ontwerp van architectenbureau Gratama en Versteeg uit Arnhem. Het is ontworpen in een expressionistische bouwstijl met sterk kubische elementen die in die tijd kenmerkend was voor de zogenaamde Nieuwe Haagse School. Het doet Art-Deco-achtig aan met zwarte steen en gele speklagen. Het is alsof er een mantel om het gebouwtje is aangebracht. Mooi gedetailleerd, het bovendeel, de hals, met verspringende zwarte streklagen. Geel en zwart waren de kleuren van de provincie. Heel jammer dat de een of andere vandaal de deur meende te moeten bekladden.

In Keijenborg aan de Pastoor Thuisstraat 2 
Ook hier weer dezelfde herkenbare elementen. Bruinrode baksteen, gele accentstrepen en groengele deur. Door uitbouwen van twee zijwanden ontstaat ook hier een versmald bovendeel. Iets mindere architectonische kwaliteit maar toch een kenmerkend bouwwerkje.

In Borculo aan de Burgemeester Bloemersstraat 40a, schuin tegenover de stuw in de Berkel zien we een fraai trafohuisje met een ver overstekende bolle rieten kap gebouwd ca. 1922. Het is helemaal in het ensemble ter plekke opgenomen, allemaal gebogen rieten daken. Bij dit gebouwtje zien we de invloed van de Amsterdamse school, de architect was B. Beeftink uit Lochem die in die omgeving meerdere panden heeft ontworpen in dezelfde stijl.
In het rechter dakschild is een halfronde dakkapel aangebracht waarover het riet is doorgetrokken. Het gebouwtje is in verschillende kleuren baksteen opgetrokken en deze zijn ook weer in verschillende metselverbanden uitgevoerd. De voorgevel is symmetrisch ingedeeld. Boven de deur staat de naam van de elektrische maatschappij: E.M.B
De zijgevels zijn ‘blind’ uitgevoerd behoudens een ventilatierooster, in de achtergevel zorgen twee rijen van vijf glazen bouwstenen voor daglicht in de binnenruimte.

In Laag-Keppel aan de Eldriksweg 18 zien we een compact trafohuisje uit 1925 in opdracht van de P.G.E.M. gebouwd.
De bouwstijl van dit trafohuisje bezit kenmerken van zowel de Amsterdamse als de Nieuwe Haagse School.
Het is een klein rechthoekig gebouwtje opgetrokken in zwarte, bruinrode en gele baksteen afgedekt met een met shingles bedekt tentdak. De dakrand is als zinken bakgoot uitgevoerd. De vier hoeken zijn schuin uitgemetseld en vormen weer een versmalde bovendeel van het bouwwerkje. Rode plavuisachtige tegels door oorspronkelijk zwart geteerde banden van elkaar gescheiden vormen een decoratieve ‘nek’.
In drie gevels zijn plaatstalen deuren aangebracht en aan de achterzijde een houten schrotendeur.

Hoe groot is het contrast met de nieuwere trafohuisjes. Daar komt geen architect meer aan te pas. De tekenaar regelt het wel even. Kraak noch smaak. Het is een puur functionalistisch bouwwerkje: een grote box met een stalen deur en ventilatieopeningen. Meer niet, loop je zo langsheen. Wordt nooit een monument.

Eem modern transformatiehuisje. Foto: Edy Kwak
Het huisje in Steenderen. Foto: Edy Kwak
Een trafohuisje in Laag-Keppel. Foto: Edy Kwak
Een huisje in Borculo. Foto: Edy Kwak

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant