Illustratie: Marc Weikamp
Illustratie: Marc Weikamp

Ineke Hissink is zo gemengd als haar boerenbedrijf

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Boeren, Burgers en Buitenlui spreken we met inheems, import en idealist over hoe het leven in de Achterhoek is. We evalueren en fantaseren en Marc Weikamp zal illustreren, omdat de regio er is om te eren. In deze bizarre week een gesprek over vrijheid en het leren van de geschiedenis met Ineke Hissink-Kapper. “Zo’n oorlog werkt generaties door.”

Door Eva Schuurman

Ineke Hissink is onder andere voorzitter van de ‘Open Monumentendag’ in Zutphen, ze is stadsgids, bestuurslid van de ‘Historische Vereniging Zutphen’ en het ‘Comité Herdenkingen Warnsveld’ en ze geeft samen met echtgenoot René boerderijeducatie op hun eigen boerenerf. “Zo gemengd als het bedrijf is, ben ik zelf ook bezig.” Haar eigen ‘Klein Graffel’ ging de afgelopen tijd van gangbare- naar biologische landbouw. “Het is niet eenvoudig, maar brengt wel veel vreugde. Als ik naar onze varkentjes in de wei ga, zou ik er zo naast willen gaan liggen.” Net als bij haar voorouders draait de boerderij inmiddels volledig circulair; de stadsbrouwers brengen er hun bierborstel (een bijproduct van het brouwen) en Ineke en René zaaien er tarwe voor de molens. “Voor verduurzamen moet je ook een hoop laten, volgens mij is onze badkamer inmiddels alweer twee keer in de mode geweest.”

“Ik ben nog net aan de rand van de Veluwe geboren en opgegroeid onder Kasteel den Bramel in het buitengebied van Vorden waar we woonden in een klein boerderijtje.” Ineke is trots op haar agrarische komaf en op wat het platteland nog altijd voor de stad betekent. “In Zutphen loop ik langs alle sporen die met de landbouw van doen hebben.” In de Burgerzaal werd voor het eerst vlees verkocht, op het ’s Gravenhof was de appeltjesmarkt en in het Koelhuis hing metershoog het geschoten wild. “Naast de bontjassen voor de adel.” Je ziet Ineke lopen wanneer ze verhaalt over wat ze nog met dichte ogen ziet, over het torentje boven de Zutphense lingeriewinkel waar een graaf woonde en over het witte bruggetje in Warnsveld waarnaast de eerste multinational van het land ontstond. “Eind 1800 kwam bijna 40% van de stadsbegroting direct voort uit de landbouw; als we het platteland niet hadden gehad, was de stad nooit geworden wat het nu is.” De liefde voor de omgeving en voor niet alles voor jezelf houden is haar met de paplepel ingegoten. “Maar omdat ik nog met een sprongetje aan de andere kant van de IJssel ben geboren, vind ik wel hardop dat wij er mogen zijn.”

Als we het platteland niet hadden gehad, was de stad nooit geworden wat het nu is

Het is wellicht een klein verschil met Achterhoekers die van nature wat meer de kat uit de boom kijken. “Generatieslang deden ze vooral wat de heren hen oplegden, dat gedienstige zit er nog wel in.” Al moet gezegd dat ze over de verhoudingen tussen haar eigen gezin en de kasteelheer enkel positief kan zijn. “Het was in volledige harmonie, zo zou het altijd moeten zijn.” Want wanneer haar vader naar de heer Thate ging om de pacht te betalen moest haar moeder stevige kost koken; de kasteelheer zat steevast klaar met een fles olde jenever en het werd een gezellige middag.

“Als je de geschiedenis induikt, is het makkelijker om door te gaan”, zegt Ineke treffend als ze terughaalt hoe haar groot- en betovergrootmoeders leefden op de arme zandgronden. “Met niets voedden ze dertien monden.” Omdat Ineke al van jongs af aan geschiedenisfanaat is, komt ze overal haar sporen tegen. “Mijn kinderen lachen er om hoor, want zelfs in de Groningse supermarkt vind ik moeiteloos een link naar hier.” Het doet haar denken aan hoe ze in New York een hotel uitstapte en de Nederlandse en Achterhoekse sporen zag in het metrostation ‘Sutphin Boulevard’. “Dat is geweldig en het zegt tegelijkertijd dat de wereld van iedereen is en niet alleen van ons.” De metrolijn brengt ons in vogelvlucht naar Warnsveld en Zutphen terug. “Het is opvallend hoeveel witte gebouwen hier zijn; Het Jachthuis, Huis ’t Velde, het bruggetje in het Veldese bos en het witte bruggetje in Warnsveld.” Wit staat voor vreugde en waarheid en voor Ineke staat het voor “de rust, het lieflijke en de sereniteit.” Wanneer stress haar overvalt trekt ze zich terug in de tuin der bezinning bij Huis ’t Velde. “Daar word ik rustig, de Berkel stroomt er en het land eromheen is bewerkt door onze voorouders.”

“Misschien doe ik wel zoveel, omdat je nooit weet wat er morgen gebeurt”, zegt Ineke wanneer ze reflecteert op hoe ze als ‘eenvoudige boerendeerne’ in zoveel takken van sport een ambassadeur van de poort van de Achterhoek mag zijn. “Wat vandaag nog is, kan morgen zomaar anders zijn.” Het is een logische opmerking wanneer je de historie van de familie van Ineke Hissink kent. “Bij ons thuis was er een geschiedenis waar niet veel over gesproken werd.” Het betrof het ontploffen van de V1-bom in maart 1945 in het dorp Warnsveld, onder de twaalf dodelijke slachtoffers bevonden zich haar 34-jarige oma en haar overgrootouders. “Ik heb me er lang voor geschaamd dit ook te dragen, ik ben helemaal niet in de oorlog geboren.” Toch kan Ineke van minuut tot minuut voor zich halen wat er daar gebeurd is, het is onderdeel geworden van wie ze is. “Ik ben ieder uur bezig met de oorlog in Oekraïne, je bedenkt je meteen dat al die gezinnen dit ook generaties lang zullen door gaan maken.”

In de slaapkamer van haar ouders hing niet voor niets de tekst ‘Van het concert des levens krijgt niemand een program’. “Het was hun trouwspreuk”, het emotioneert Ineke onverwacht; ze heeft ervaren dat het geschrevene steeds de waarheid bracht. “Wanneer ik de woorden ergens tegenkom, koop ik ze altijd.” De zinnen vormen de binding met haar leven op de boerderij, met hard werken en het samendoen. “Wat de mensen hebben doorstaan en hoe ze toch doorgingen.” Als ik Ineke het laatste woord geef, zegt ze: “Schrijf je een verhaal over de bewondering voor alles in de streek en over alles wat groeit en bloeit? En over dat we het met elkaar moeten doen? En dat de vrijheid niet vanzelfsprekend is? “Dat beloof ik”, beloof ik.


Illustratie: Marc Weikamp 

8 keer 8erhoeks met Ineke Hissink

Favoriete plek in de Achterhoek:
“’Kasteel den Bramel’, daar vlakbij bracht ik mijn jeugd door. Er stonden eeuwenoude bomen, waarvan er eentje in de oorlog werd gebruikt om geheime berichten in te bewaren. We hoefden niet op vakantie, we bouwden hutten met de buurmeisjes en visten aan de waterkant. Daar ontstond mijn diepe verbondenheid met de streek.”

Mooiste bedrijf/organisatie in de Achterhoek:
“’De Buurtzorg’. Het is natuurlijk een landelijke organisatie, maar ze zetten zich geweldig in. De wijkverpleging is zo ontzettend van belang.”

Mooiste gebouw in de Achterhoek:
“’Huis ’t Velde’ met de ‘Tuin van bezinning’. Je kunt er prachtig wandelen en het ligt zo vlak aan het dorp; het maakt 1 geheel uit met de omgeving. Dat moet echt behouden blijven.”

Meest inspirerende Achterhoeker:
“Ik ben door zoveel mensen geïnspireerd, door de ontmoetingen met mensen, door mensen die hun nek uitsteken. Zo heb ik bewondering voor de jonge predikant Ds. Stijn van der Woude van onze Martinuskerk. Hoe hij op een hele nieuwe manier, via Insta-filmpjes, zich overal bij betrokken voelt. Hij is sprankelend en hedendaags bezig, dat vind ik wel een voorbeeld hoor.”

Favoriete Achterhoekse artiest/kunstenaar:
“Fotograaf Bernard Hoetink die ook schilder was, ik heb 1 van zijn schilderijtjes en daar voel ik echt verbondenheid mee. Het is van een klein vrouwtje voor een heel klein boerenhuisje, ze is in het voorjaar druk bezig de aardappeltjes te schillen met haar klompjes aan; dat is precies mijn oma van mijn moeders kant, die liep er ook altijd zo bij. Ze ging op haar 86ste elke week op de fiets van den Bramel naar Vierakker om het huis van haar zus schoon te maken; die bedrijvigheid, handen die niet stilstaan. Hoetink heeft het eenvoudige boerenplatteland vastgelegd, ik zou zo in zijn ansichtkaarten willen kruipen.”

Lekkerste Achterhoekse gerecht/drank:
“Recept van mijn oma; karnemelkesause: Kilo aardappelen, flinke krop sla, liter karnemelk, 500 gram dobbelsteentjes spek, 50 gram bloem, zout, bieslook. Bereidingswijze: Kook de ‘jappels’ met beetje zout, was de sla. De karnemelk aan de kook brengen en binden met de aangelengde bloem, even doorkoken en de uitgebakken spekjes toevoegen. Goed blijven doorroeren en binden. De aardappelen op een diep bord, met daarop de gewassen, niet- aangemaakte sla, giet er de karnemelksaus met de spekjes eroverheen en bestrooi het rijkelijk met de fijngeknipte bieslook. Mmmmmmmm……”

Mooiste Achterhoekse lied:
“’Het Gelders volkslied’. Ja, het verbaast me hoe ouderwets ik ben. Het belangrijke van de streektaal is dat je de taal van de mensen spreekt. ‘Ons Gelderland’ heeft dat in zich, het heeft iets kerkelijks en mystieks, dat brengt mij bij een veilig gevoel. Dan ben ik toch wel een Gelders meisje; het is echt een mooi lied. Het kan wel oubollig zijn, maar het past bij mij.”

Mooiste Achterhoekse uitdrukking:
“Niet per se Achterhoeks, al zei mijn vader het altijd met nieuwjaar: “Veul heil en zegen.” Dan begon het nieuwjaar pas echt, het zegt zoveel meer dan ‘gelukkig nieuwjaar’. Heil en zegen, dat hebben wij in de wereld nu ook nodig.”


Ineke Hissink voor ‘Huis ’t Velde’ te Warnsveld, foto gemaakt door dochter Caroline Hissink 

Bent u of kent u een goede kandidaat voor deze rubriek? Meld dit dan bij redactie@achterhoeknieuws.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant