Afbeelding

A.L. Snijders | In de moestuin

Opinie

Zondagmiddag zit ik in het kille huis van de Coronastilte, er lopen enkele mensen over het doodlopende pad. De buurman slaat op het aambeeld, ik heb het idee dat hij zijn spieren spant en aan niets anders denkt dan aan de reis naar Spanje waar zijn vriendin een verborgen leven leidt. Iedere keer als hij naar Spanje vertrekt deelt hij geld uit in zijn stamcafé en maakt ontwapenende grappen. Zijn vrouw wacht bij de deur, ik weet niet wat ze weet, het is een aantrekkelijke vrouw. 

Ik praat nooit met haar, we knikken naar elkaar met een flauwe glimlach, dat is alles. Als haar man naar Spanje is vertrokken ‘voor zaken’, komt haar moeder logeren. Dat is een heel andere vrouw, ze zoekt het nieuwe, het vreemde, het schokkende. Vorig jaar praatten we in onze moestuin over de waarheid. Ik had al bij het brengen van de krant gemerkt dat ze ironisch kon zijn over mensen die onder alle omstandigheden vaste patronen blijven volgen, zelfs al zijn ze in gevaar. Diepgelovige mensen in Barneveld die hun enorme kerken als vanouds vol stampen, omdat de Heer dat nou eenmaal heeft verkondigd. Ze had hard moeten lachen om een menslievend voorstel van Jules Renard dat ze onlangs gelezen had. Omdat ze niet wist of ik ooit van Renard gehoord had, vertelde ze me dat hij een kort leven had gehad (1864-1910), maar een enorm dagboek had bijgehouden dat na z’n dood voor het grootste deel verdwenen was. (Als nabestaanden het voor het zeggen krijgen ……)

Ze verliet de moestuin even om de passage te kunnen voorlezen. Toen ze terugkwam vertelde ze hijgend dat ze bang was geweest dat ik niet gewacht had. Ik was verontwaardigd en zei dat ik altijd hoffelijk tegenover vrouwen probeerde te zijn, omdat mijn vader dat ook was geweest. Ik had niet het idee dat mijn brave woorden veel indruk op haar maakten, ze was echt gericht op Jules Renard.

“Op het moment dat de veroordeelde met zijn hoofdonder de guillotine ligt, zou het even stil moeten zijn, voordat het mes valt. Een lid van de Republikeinse Garde zou uit de gelederen naar voren treden en de beul een envelop overhandigen, en de beul zou tot de veroordeelde zeggen: ‘Je hebt gratie gekregen.’ En hij zou het mes laten vallen. Zo zou de veroordeelde in vreugde sterven.”

De vrouw lachte uitbundig en ik ook (na aanvankelijke schrik). Toen haar schoonzoon weer terug was uit Spanje werd het weer saai in de moestuin.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant