
Daar midden in de Graafschap
AlgemeenWe oefenden het op de basisschool jaarlijks in de klas, in de weken voorafgaand aan Koninginnedag. Heel eerlijk: dat had ik niet meer helder voor de geest, maar een vriend en oud-klasgenoot herinnerde me eraan toen ik vertelde over het project rondom het Hengelose volkslied, over de film en over 30 september, de dag waarop we het hier met z’n allen gaan zingen. Hij woont al jaren niet meer in Hengelo, maar hij kon de tekst nog dromen. Mede dankzij die ene meester, die zelf ook in het dorp woonde en het repeteren van het volkslied jaar in jaar uit op de agenda zette: ‘Daar midden in de Graafschap, daar ligt een dorpje klein.’
We zongen het tijdens de aubade op Koninginnedag en we bleven het altijd zingen, op de fiets terug naar huis na een avondje stappen in Doetinchem, tijdens de kermis of op een nachtelijke wandeling in een Spaans zomeroord. Loepzuiver was het nooit, de overtuiging was – links en rechts geholpen door een biertje – des te groter. Altijd zorgde het zingen voor iets van kippenvel, voor een mengeling van trots, jeugdsentiment en verbinding. Hoe ver we ook van huis waren, als we dit samen zongen, waren we terug in Hengelo: ‘Waar ik eens ben geboren, waar ik het liefst wil zijn.’
Ergens ging ik er vanuit dat de tekst van het volkslied voor iedereen in het dorp gesneden koek zou zijn, maar de voorbije weken ben ik erachter gekomen dat die aanname niet klopt. Ik hoorde zelfs iemand beweren dat het overgrote deel van de mensen in het dorp de tekst helemaal niet kent. De waarheid zal ergens in het midden liggen, deze week ga ik een ronde maken om hier meer duidelijkheid over te krijgen. Hoe dan ook, er is nog anderhalve week om te oefenen: ‘Dat hele kleine dorpje, dat mij het meest bekoort.’
Het volkslied is geschreven in 1941 ter gelegenheid van het afscheid van een Hengelose schoolmeester en telt zes coupletten. Van die zes coupletten worden doorgaans alleen het eerste en het derde couplet gezongen. Volgende week zaterdagmiddag om 14.00 uur op de Bleek in park De Bleijke zullen de aanwezige dorpsgenoten alle coupletten achter elkaar zingen. De muziekverenigingen verzorgen de melodie, de tekst is mee te lezen. Dat zal geen overbodige luxe zijn, want niet elke passage is zo vaak gezongen als: ‘Het is Hengelo mijn dorpje, mijn woon- en lievelingsoord.’
Onlangs zette één van mijn buurmannen tijdens het buurtfeest het volkslied in, waarbij de jongere generatie met het schaamrood op de kaken moest toegeven ook dit eerste couplet niet mee te kunnen zingen. Nooit geleerd op school. Daarin zit al een groot deel van de winst van dit project, want de schoolklassen van nu zijn volop aan het oefenen. De kinderen weten inmiddels dat de laatste zin van elk couplet twee keer wordt gezongen. Net zoals wij dat als kind al deden. Nogmaals, uit volle borst: ‘Het is Hengelo mijn dorpje, mijn woon- en lievelingsoord.’