Wim Gerritsen geniet nog elke dag van de vele lieve bedankjes die hij bij zijn afscheid van DOG Baak ontving. Hij blijft nog aan twee gymgroepen in de sporthal in Steenderen lesgeven, want Wim is nog lang niet klaar met sporten. Foto: Alice Rouwhorst

Wim Gerritsen geniet nog elke dag van de vele lieve bedankjes die hij bij zijn afscheid van DOG Baak ontving. Hij blijft nog aan twee gymgroepen in de sporthal in Steenderen lesgeven, want Wim is nog lang niet klaar met sporten. Foto: Alice Rouwhorst

Sporten houd je (mentaal) fit en gezond

Algemeen

Wim Gerritsen geeft in zijn tachtigste levensjaar nog steeds gymles

Door Alice Rouwhorst

STEENDEREN/BAAK – Het mag weer… sporten in groepsverband, binnen en buiten. Een verademing voor de sportliefhebbers die graag met meerderen aan de conditie werken. Ook Wim Gerritsen is hier blij om. “Het is zó belangrijk om te blijven bewegen, ook als je ouder wordt en bent. Maar velen vinden in hun uppie sporten gewoon minder leuk, de sociale component ontbreekt. En die is net zo belangrijk”, zegt de in dit jaar tachtig wordende sporter in hart en nieren. Als jongetje ging Wim op gymnastiek in zijn geboorteplaats Zevenaar. Deze sport beoefent hij nog steeds en hij geeft er ook nog steeds les in, al sinds 1973.

“In mijn kindertijd had je niet zo heel veel sporten. Ik ging niet op voetbal, maar op gymnastiek. Dat vond ik leuk en ik was er goed in. Mijn eerste diploma behaalde ik als negenjarig jongetje en dat was een gymnastiekdiploma. Ik deed mee aan een wedstrijd waar ik verplichte oefeningen moest laten zien aan bijvoorbeeld de brug en ringen.” Er zouden nog veel meer soortgelijke diploma’s volgen. Tijdens die eerste wedstrijd werd het zaadje voor de liefde voor de (gym)sport geplant. 

De romantische liefde bracht hem in 1965 naar Steenderen. Hij sloot zich aan bij de plaatselijke gymnastiekvereniging SGV, die gevestigd was in zaal Beeftink. “Daar waar we nu met onze winkelwagen lopen om boodschappen te doen, sprongen wij over de kast of zwaaiden we in de ringen. De toenmalige leider wilde stoppen met les geven en vroeg aan mij of ik het van hem over wilde nemen. Daar had ik nooit aan gedacht om dat ooit te gaan doen. Hij vond mij daar geschikt voor, omdat ik ook wedstrijdervaring had. Ik heb ‘ja’ gezegd en ben een vierjarige avondopleiding gaan volgen om mijn bevoegdheid te halen voor lesgeven aan alle leeftijdsgroepen. In 1973 ben ik daar me begonnen bij SGV. Tevens was ik bestuurslid van de vereniging. Met deze dubbele pet had het bestuur geen enkele moeite, maar voor mij voelde het niet goed. Dat was de reden dat ik stopte als gymleraar in Steenderen en bij DOG Baak terecht kwam. Bestuurslid van SGV ben ik dertig jaar geweest. Deze vereniging bestaat sinds 2016 niet meer. In de jaren tachtig werd de sporthal Het Hooge Wessel gebouwd. Vanaf de opening geef ik daar les aan een heren groep en sinds enkele jaren ook aan damesgroep.”

Stimulans en inspiratie
DOG Baak was bij Wims komst nog een zelfstandige vereniging, die niet deelnam aan wedstrijden. Door zijn toedoen werden ze lid van de KNGU, zodat hij met zijn meisjesturngroep deel kon nemen aan wedstrijden. “Af en toe nam ik een aantal meiden mee naar Papendal om naar de nationale turnselectie te kijken. Dit stimuleerde ze enorm en ikzelf vond het ook mooi om naar te kijken en deed er inspiratie op.”

Om zijn licentie geldig te houden, moest Wim twee keer per jaar een bijscholingscursus volgen. “Dat was eerst op Papendal en later in Beekbergen. Om ons niveau op te halen moesten wij les geven aan de jeugd die turnde op (inter)nationaal niveau. Ik heb toen het voorrecht gehad om les te mogen geven aan een tienjarige Epke Zonderland en zijn broer. Tevens heb ik les gehad van Hans van Zetten. Je weet wel die man die zo’n mooi verslag deed van de rekstok oefening van Epke op de Olympische Spelen in Londen in 2012. Tijdens deze cursussen deed ik weer nieuwe ideeën op voor mijn lessen. Het voordeel dat ik zelf turnde was dat ik een oefening ook voor kon doen. Dat was vele malen duidelijker en werkte veel beter, dan als ik het aan mijn groep moest uitleggen.”

Midden jaren tachtig geeft Wim het stokje voor de meidenturngroep door aan een andere leiding. Hijzelf blijft in Baak les geven aan een damesgroep en een gemengde groep die gymt en volleybalt. Elke week opnieuw bedenkt hij een nieuwe les en is hij op tijd aanwezig. “Mijn familie was niet altijd blij met mij, want de sport ging en gaat altijd voor. Het hoort bij mij, ik weet niet anders. Ik blijf er gezond en fit bij. De inhoud van de lessen veranderden mee met de leeftijd van mijn groepen en natuurlijk ook mijn eigen leeftijd. Geen salto’s en koprollen meer, maar grond- en ademhalingsoefeningen.”

45 jaar trouwe dienst
Wim had voor zichzelf besloten dat hij in januari 2021 zou stoppen met het lesgeven in Baak. “Eens moet je stoppen. Ik ben nu nog in goede doen en ik vond 45 jaar lesgeven bij één vereniging een mooi moment om dat te doen. Ik had gehoopt dat ik tot het einde toe zou kunnen lesgeven, maar helaas gooide corona roet in het eten. Alles ging dicht en mijn vertrek was daardoor met de stille trom. Want toen het weer eventjes mocht in het najaar van 2020 rees de vraag of het wel verstandig was dat ik weer les zou gaan geven, omdat ikzelf tot de gevarengroep behoor. Ik heb zelf namelijk een hartinfarct gehad. Is al best lang geleden, ben er goed uitgekomen, maar toch… je neemt geen onnodige risico’s. Ik viel toen best wel even in een gat, want het was veel meer dan alleen les geven… Ik heb samen met de groepen veel lief en leed gedeeld. We zijn samen ouder geworden en zijn min of meer vrienden geworden. Inmiddels voelt het oké, maar toen niet.”

Wat in het vat zit, verzuurt niet
Afgelopen najaar heeft Wim eindelijk van zijn twee groepen, bestuur en collega’s leiding van DOG Baak afscheid kunnen nemen. Hij kreeg letterlijk een goed gevulde emmer vol waardering en kaarten van ze, waarvoor hij ze zeer erkentelijk is. De versnaperingen zijn inmiddels op, maar de kaarten staan nog steeds in zijn kamer te pronken. “Het was een onvergetelijke, mooie middag.” Het ‘gat’ is geen gat meer. “Ik merk dat ik het fijn vind dat ik één avond niets heb, dat ik niets hoef voor te bereiden. Vond het niet erg hoor! Dat zat in mijn ritme. Maar nu het niet meer hoeft, ervaar ik toch wel een soort van vrijheid. Ik kijk nu naar interessante documentaires en ben als het even kan buiten bezig. Ik verveel me nooit!”

Verenigingsleven geeft meerwaarde
Wim blijft bewegen en gezond eten. Het liefst uit zijn eigen groentetuin. Onbespoten, pure groente. Dat wil hij de jeugd meegeven. “Lekker bewegen en gezond eten. Dat is belangrijk ook al is het misschien wat bewerkelijker. En ik hoop voor de jeugd hier dat het verenigingsleven mag blijven bestaan, want dat geeft héél veel meerwaarde aan het leven. Dat heeft deze pandemie wel duidelijk gemaakt.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant