Een groene eikenbladroller. Je ziet de vlindertjes soms in groten getale rond eikenbomen dansen. Foto: Sander Grootendorst
Een groene eikenbladroller. Je ziet de vlindertjes soms in groten getale rond eikenbomen dansen. Foto: Sander Grootendorst

Verzwakte eiken leggen het loodje door rupsen

Algemeen

ACHTERHOEK - Rupsen vreten eiken kaal en sommige bomen overleven dat niet. Boswachter Guus Ebenau: “Wat je eraan kunt doen? niks. Maar… de een zijn dood is de ander zijn brood.”

Door Sander Grootendorst

“Ik word belaagd door heel veel mini groene vlindertjes.” Op de social media regent het de laatste tijd berichtjes zoals dit. En natuurorganisaties krijgen van bezoekers vragen over kaalgevreten eikenbomen: “Overleven de bomen dit?”

De ene vraag heeft met de andere te maken. De vlindertjes belagen niet zozeer de wandelaar, maar de zomereik. Strikt genomen trouwens niet de vlindertjes zelf, maar hun rupsen.
In de Achterhoek en Twente, en ook in de rest van het land.

Guus Ebenau van Natuurmonumenten, boswachter op de landgoederen Hackfort, De Velhorst en Het Enzerinck, weet hoe ze heten: groene eikenbladrollers. Als je ertussen gaat staan, landen ze ook op je hand, ze zijn zachtgroen van kleur. Eikenbladrollers horen tot de zogenoemde microvlinders, piepkleine nachtvlinders. Nu ze zijn ontpopt, krijgt de eik weer rust, vlinders lusten geen bladeren.

Ook de rupsen van de grote en de kleine wintervlinder slaan massaal toe. De beruchte eikenprocessierupsen knabbelen eveneens aan eikenbladeren, maar ze laten meer van het blad over.

Antwoord op de tweede vraag: de meeste eiken overleven het, ze maken nieuw blad aan. “Het gros herstelt”, zegt Ebenau. “Maar voor sommige bomen is dit de genadeklap.”

Dat de rupsen nu zo’n impact hebben is volgens Ebenau vooral het gevolg van de droogte van de bodem. “Drie jaar lang hadden we zeer droge zomers. Dit voorjaar viel er veel regen, maar het duurt een paar jaar voordat de bomen weer op krachten zijn. Ze hebben nu minder weerstand. Dat zie je ook aan de toename van het aantal zwammen op de boom, zelfs phytophthora hebben we vastgesteld” (vooral bekend als plaag voor aardappels, SG).

Dat de verdroging inderdaad een factor is, valt te zien in sommige bomenrijen waar bij acht van de tien exemplaren geen blad meer aan zit. Bij twee nog wel: “Die staan dan toevallig dicht bij een slootje of zo, ze zijn sterker en de rupsen hebben er niet zo’n vat op.” In bossen op zandgrond houden de hongerige rupsen veel meer huis dan in bossen op vochtigere grond.

Maatregelen als het minder snel afvoeren van water kunnen helpen. “De vistrap bij de watermolen van Hackfort is nu bijvoorbeeld dicht, net als de sluiskleppen. De watermolen is buiten werking. Allemaal bedoeld om meer water vast te houden.” Om dat effect structureel te maken, zijn Natuurmonumenten, Waterschap Rijn en IJssel en andere betrokken bezig met grootschaligere plannen.

De rupsen bestrijden is zinloos, benadrukt Ebenau. “Er zijn 423 soorten insecten afhankelijk van een eik. Ga je één soort rups met bestrijdingsmiddelen te lijf, gaan de andere ook dood. Het enige wat we doen is nesten van eikenprocessierupsen weghalen bij parkeerplaatsen, bankjes en woningen op onze terreinen.” De eikenprocessierups is met zijn brandharen een lastpost voor de mens, de andere eikenbelagers zijn dat alleen voor de eik.

Ebenau benadrukt dat het verhaal twee kanten heeft. “De een zijn dood is de ander zijn brood. Het is een erg goed jaar voor mezen. Ze eten die rupsen, ze varen er wel bij. En waar mogelijk laten we dode eiken staan. Die hebben ook een grote natuurwaarde. Wij zeggen altijd: dood hout leeft.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant