Afbeelding

Jackpot

Algemeen

Bij de apotheek kom ik doorgaans hooguit voor een paar hooikoortspilletjes. Medicijnen heb ik gelukkig niet al te vaak nodig. Dat is iets om dankbaar voor te zijn, weet ik. Gezondheid is een groot goed. Ik weet het, maar het besef dringt pas echt door zodra die gezondheid je op wat voor manier dan ook in de steek laat. Dan is wat vanzelfsprekend is ineens niet meer zo vanzelfsprekend. Voor je het weet, kom je vaker bij de apotheek dan je lief is.

Een medewerkster vraagt mij even plaats te nemen in de wachtruimte. Het klaarmaken zal zo’n tien minuten duren. Ik had er al op gerekend. Het lijstje medicijnen en andere benodigdheden is even hiervoor bij de dokter besproken. “Ik geloof dat ik de jackpot heb gewonnen”, merk ik op, in een poging wat luchtigheid in deze weinig rooskleurige situatie te brengen. De mevrouw van de apotheek zegt dat ze niet weet of ik daar in dit geval zo blij mee moet zijn.

Van een aangezichtsverlamming heb ik tot eerste paasdag nog nooit gehoord. Ineens zit ik er die dag middenin. Mijn gezicht trekt naar één kant, mijn linkeroog gaat niet meer dicht, mijn mond staat scheef. Het paasontbijt moet ik in honderd stukjes snijden. Zelfs praten gaat wat moeilijk. Bij de apotheek bij de huisartsenpost in Doetinchem kruip ik voor, per ongeluk en geheel tegen mijn gewoonte in. De meneer voor mij is vol begrip: “Jij ziet maar de helft.”

Dat klopt. Ik heb een lap op mijn oog gekregen. Een speciale zalf moet uitdroging voorkomen. Sindsdien gaat alles een paar tandjes trager. Mijn wandelingen zijn verkort, ik maak ze grotendeels schuilend in mijn capuchon, mijn oog beschermend tegen de wind. Mijn werk heb ik vrijwel geheel stil moeten leggen. Naar een scherm kijken, dat houd ik maar even vol. De Amstel Gold Race volg ik op de radio. Deze column is in heel wat etappes getypt.

Het lukt me om een boek te lezen. Daarnaast heb ik mijn eerste motor gekocht, een Ducati van technisch Lego. Het is bezigheidstherapie. Ik denk deze dagen vaak aan mensen die veel langer uit de running zijn, die niets liever willen dan weer meedoen. De dagen aan de zijlijn zijn stil, saai soms. Buiten trekt het leven voorbij. Binnen kijk ik uit op een kast vol kaartjes, sapjes, fruit, bloemen en andersoortige beterschapswensen, sommigen bevatten stiekem wat alcohol. De steun is hartverwarmend.

Voor mij komt het weer goed en er zijn veel ergere dingen. Daarbij zijn er gloriemomentjes te vieren, stapjes op de weg terug, kleine overwinningen. Weer uit een fles kunnen drinken zonder te knoeien, dat was er vorige week zo eentje. En dit weekend gebeurde waar ik al zo lang op wachtte. Heel langzaam - alsof niemand het mocht merken - zakte zaterdagavond voor het eerst in twee weken mijn linkeroog weer dicht. Het voelde als de jackpot.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant