Vendelier zonder vaandel

Slachtoffer van vernieling

Door Liesbeth Spaansen

KEIJENBORG – Op de hoek van de Kerkstraat en de Pastoor Thuisstraat staat een bronzen beeldje van een vendelier. Het staat er sinds de onthulling op 30 augustus 1992 en is een herinnering aan het 140-jarig jubileum van het Schuttersgilde St. Jan Keijenborg. Op 23 juni 2020 ontdekte het gilde de vernieling aan het beeldje. Het vaandel mist. Van de dader(s) ontbreekt nog ieder spoor, maar de gemeente besliste begin oktober dat het beeld wordt hersteld.

Het beeld is gemaakt door kunstenaar Jean Bremers en zijn begin maart 2020 overleden vrouw Marianne Bremers-Deiman.

Wat vooraf ging
“Er is aangifte gedaan bij de politie, maar er speelt nog niets concreets”, is het enige wat voorzitter van St. Jan, Martijn Pietersen op 18 augustus kon vertellen. “Na een collectieve verontwaardiging hier in het dorp, werd het stil.” De gemeente is feitelijk eigenaar van het beeldje dat zij destijds aangeboden hebben aan de jubilerende schutterij. “Het wachten is op het onderzoek van de politie al is er geen grote kans dat de daders worden opgespoord. Ook zal eerst overleg plaatsvinden met de gemeente. Het komt vast weer in orde.”

Herstel in zicht
Schutterij St. Jan heeft zich samen met de gemeente Brockhorst over reparatie van het vendeliertje ontfermd. “We hebben begin oktober contact gehad met de gemeente”, vertelt voorzitter Martijn Pietersen vrijdagmiddag 9 oktober, blij dat er actie kan worden ondernomen. “Zij geven wel aan dat het budget voor onderhoud en reparatie van kunstwerken beperkt is.” Niet alleen in Keijenborg, ook in Baak werd een kunstwerk vernield. “Wanneer het vendeliertje precies wordt hersteld, hangt af van de volle agenda van de beeldhouwer die het gaat repareren”, vervolgt Pietersen. “De schutterij helpt de gemeente Bronckhorst een handje door de demontage, het vervoer van en naar het atelier en uiteindelijk het terugplaatsen te organiseren. Zij maken zich hard voor de reparatie en je moet dit toch samen doen en oplossen. Dan staat er straks weer een vendeliertje dat er nog jaren tegen kan.”