Afbeelding

Safrisafri

Algemeen

Hoe het hier gaat? In Suriname gaat alles langzaam – safrisafri – volgens Nederlanders. Of gaan wij te snel? Oordeelt u zelf.

In ons nieuwe huis – waar we bivakkeren met van collega’s geleende meubels, servies en zelfs een tv – hebben we twee weken op internet moeten wachten, ook al lag er een aansluiting die enkel opnieuw geactiveerd zou moeten worden. Eerst was een openstaande rekening van minder dan 1 euro het probleem, vervolgens een niet nader omschreven technisch mankement maar uiteindelijk ging het om een simpele administratieve handeling. Ik was intussen aangewezen op de hotspot op Peters diensttelefoon, dus als hij thuiskwam zei ik niet: “Hallo schatje,” maar “Wifi, wifi!”

Ik heb me niet verveeld hoor want ik ben lid geworden van een boekenclub. Een internationaal gezelschap van ‘vrouwen van’, een titel die ik liever vermijd of ontken maar – wat ben ik hier dan wél? We lezen momenteel Americanah van de Nigeriaanse Chimamanda Ngozi Adichie. Ik heb het al uit, ik ging er als een speer doorheen want het is een prachtig boek en ik had alle tijd, tijd die ik niet met google, whatsapp of wordfeud doorbracht. Elk nadeel …

Nog twee voorbeelden. De schoolgaande dochter van onze ‘dienst’ Mel heeft fysiotherapie nodig. Door het sjouwen met een boekentas groeit haar rug scheef. Mel heeft uren in de brandende zon in de rij moeten staan bij haar verzekeringsmaatschappij om een ‘dokterskaart’ te verkrijgen.

Bij de ambassade staat al weken een auto die Peter heeft overgenomen van een vertrokken collega. Ik weet niet wat er allemaal nodig is om hem op onze naam te zetten, maar we mogen er nog niet in rijden.

Vandaag wacht ik al lezend en schrijvend op een monteur voor de airco in onze slaapkamer. Vanochtend om half 5 begon het kreng, schuin boven mijn hoofd, met veel kabaal ijsblokjes uit te spugen. Inmiddels is het er zo warm dat we met onze geleende matrassen naar een andere kamer zullen moeten verkassen als hij vandaag niet komt, of als hij dat ene onderdeel niet bij zich heeft …

Nog één voorbeeld. Zaterdag na het winkelen gingen we naar het terras van een burgertent voor een smoothie van dragonfruit. De eigenaar vertelde dat het wat stil was, waarop wij elkaar aankeken en besloten ook een burger te bestellen. De smoothies kwamen relatief vlot. Daarna gebeurde er drie kwartier he-le-maal niets. Ik ging naar binnen om te vragen of ze ons misschien vergeten waren, maar nee de burgers waren net klaar, zei een vriendelijke jongeman, en kwam prompt naar buiten met onze maaltijd. Toen we vroegen wat het probleem was zei hij: “Er waren nog een paar klanten.”

Als je daar iets van zegt, ben je dan die arrogante witte Nederlander die geen interculturele vaardigheden heeft? Maar als je het normaal gaat vinden – “Ach, ze doen hier alles langzamer” – ben je dan geen arrogante witte Nederlander?

Net voordat we verhuisden overleed een buurvrouw, tachtig jaar. Naast haar huis werd een grote partytent opgezet. De hele familie heeft daar drie dagen met hapjes en drankjes bij elkaar gezeten en uit volle borst liederen gezongen, onder andere op de melodie van ‘Waarheen leidt de weg’ en ‘O Margrietje de rozen zullen bloeien’. Ze hadden geen haast en dat ontroerde ons.

Odi odi! Groetjes!
Anke en Peter Frerichs

Peter en Anke Frerichs wonen sinds 25 augustus in Suriname. Peter werkt op de ambassade in Paramaribo als Operationeel Manager. Anke hoopt boeken te vertalen, taallessen te geven en wie weet wat er nog meer op haar pad komt.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant