Afbeelding

Het is weer voorbij..

Algemeen

We starten langzaam weer op; met horten en stoten soms, zoals het haperende pompje op de ontsmettingsgel. Maar meer nog is het alsof de koelte die kwam ons niet langer de adem benam. Precies op tijd eigenlijk, want organisatorische mails van verschillende scholen melden zich met meerdere piepjes op mijn telefoon. Lege schriften wachten op kennis en verveelde tekeningen en broodtrommels gaan voor de zekerheid nog een keertje de afwasmachine in.

Ons groene zwemwater is in rustig tempo afgevoerd richting het putje in het terras, de zomerstorm nam bijna het schaduwdoek mee en er ligt een omgewaaide parasol in het verdorde gras. Oh, ik had wel gelezen dat het zou gaan stormen, maar niet de link met onszelf gelegd. We keken knus televisie en toen de ramen geluid begonnen te maken ben ik in het donker toch de was maar gaan afhalen. “Het stormt volgens mij.” Misschien kwam er zelfs wel per ongeluk een bacterie voorbij.

Bij de Action vonden we afgelopen week vijftig mondkapjes voor een bedrag dat er nog wel vanaf kon, maar ze zijn nog niet aangebroken. Ook kochten we er zes met een komisch bedoelde print van smileys met mondkapjes op, al zie je daardoor het kenmerk van de smiley niet meer. Het schijnt dat je met een mondkapje vooral een ander beschermt tegen jezelf, in achterdochtige buien vraag ik me af of dat de reden is dat ik er maar zo weinig zie. Op de bruiloft van Ferd Grapperhaus droeg niemand een mondkapje met print, ik ben benieuwd of hij inmiddels wat minder mensen asociaal vindt.

De basisschool in het dorp is in de zomervakantie verbouwd en vanaf nu alleen te betreden met binnenschoenen. Ik heb geen binnenschoenen, maar dat geeft niet want ik mag toch niet naar binnen. Het maakt me melancholisch te weten dat ik mijn kind niet het laatste jaar in mag duwen vanaf de drempel, alhoewel zij het misschien ervaart als de langverwachte zelfstandigheid die een achtstegroeper juist nodig heeft.

“Ze is gegroeid, dat viel me pas echt op toen ze naast je liep”, zei een vriendin daarstraks. Ik moest denken aan hoe ze een aantal jaren geleden worstelde met haar klein zijn en ik haar beloofde dat ze later zeker zo groot als mama zou zijn. Met één meter tweeënzestig is dat een uiterst veilige belofte, het stelde haar destijds meer dan gerust. Binnenkort bezoeken we open dagen waar vast zal blijken dat zowel zij als ik zo groot nog niet zijn. Misschien dragen we tegen die tijd allemaal een mondkapje, dan ziet toch niemand dat wij het zijn.

We gingen niet op vakantie dit jaar, er waren weinig logeerpartijtjes en feestjes, maar stiekem was de zomer toch een feestje. Met afstand zaten wij van alle zomerjaren het dichtst op- en aan elkaar, en ik vond het heerlijk.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant