Grafisch werk van Jeanne Bieruma Oosting. Foto: Stichting Nobilis
Grafisch werk van Jeanne Bieruma Oosting. Foto: Stichting Nobilis

Particuliere bruiklenen te bezichtigen van Jeanne Bieruma Oosting

Algemeen

VORDEN - Tussen 4 september en 28 november is er in het Museum voor Achterhoekse Schilderkunst (MAS) te Vorden werk te zien van Jeanne Bieruma Oosting. Vanaf 1957 woonde ze afwisselend in Amsterdam en in Almen, op Het Elger. Er zijn werken te zien uit de collectie van Stichting voor Prentkunst Nobilis, maar ook veel particuliere bruiklenen die nog niet eerder tentoongesteld werden.

Jeanne Bieruma Oosting wordt in 1898 geboren in Leeuwarden. Als ze negen is verhuist het gezin naar De Cloese in Lochem. Haar liefde voor en kijk op de natuur zal daar ontstaan zijn: ‘alles wat veel pootjes, schubben of veren heeft’ boeit haar. Een eerste aanzet tot de ontplooiing van haar talent komt van haar tekenlerares in Lochem. Later -als ze in Bloemendaal op school is- volgen er meer en gevarieerdere lessen in Haarlem en daarna de Academie in Den Haag. In 1927 reist ze naar Parijs waar ze elf jaar blijft en met veel collega-kunstenaars optrekt. Vooral haar grafisch werk neemt daar een vlucht.

Kort voor de oorlog ziet ze kans om naar Amsterdam terug te komen. Eerst in de Jordaan, dan aan de Herengracht en vervolgens aan het Oosterpark: een pand dat ze tot haar dood heeft aangehouden. Intussen -in 1957- koopt ze Het Elger in Almen; het dorpje dat ze misschien nog kende van haar jeugd op de Cloese.

Ze onderhield niet alleen haar vriendschappen in de hoofdstad; ook in de Achterhoek had ze veel contacten, onder andere met Charlotte van Pallandt op wier advies ze naar Parijs ging. Met Agnes van den Brandeler die in Jeanne een veel beter schepper zag dan ze zichzelf vond en met Ida Gerhardt, waarover iemand ooit zei dat haar grimmigheid enigszins verzacht werd door Jeanne Oosting’s liefde voor de kunst.

De verschillende en soms heftige ontwikkelingen in de kunst in de vorige eeuw hebben op haar eigenlijk geen vat gekregen. “Ik geloof niet aan schilder-richtingen, ik geloof in goede schilderijen”, zou ze daarover zeggen. Hooguit zou je het impressionistisch kunnen noemen, in die zin dat het vaak uit directe waarneming is gemaakt. De onderwerpen van haar schilderijen zijn ‘dicht bij huis’; een blik op de tuin in Almen, een vaas bloemen en stillevens.

De paar portretten die ze maakt waren in opdracht. Na de oorlog wordt haar werk losser en royaler van kleur. “Een kleur wordt gemaakt door zijn buren (in het schilderij). De eerste toets die een schilder op zijn doek zet, bepaalt de toonsoort, waarin het schilderij zal worden geschilderd. De eerste aanzet, het eerste halve uur is van het allergrootste belang ... het bepaalt de constructie, de schaal, de compositie, de toonaard en de toonwaarden. Al het daaropvolgende is de orkestratie van de kleuren en het doseren van de valeurs (waardes), de speling van licht en donker en het lijnenspel.”

Haar grafisch werk (waarvan ze de technieken in Parijs leerde) is veel uitgesprokener. Ze houdt van het ambacht: “Het zich begeven in het rijk der grafiek eist een kolossale discipline. Het is zó boeiend, dat het uitgroeit tot een hartstocht.” Ze maakte vooral vrije grafiek, maar ook ex-librissen, boekbanden en een serie kinderpostzegels.

Haar betrokkenheid bij de kunst van haar tijdgenoten blijkt uit de stichting die ze bij leven opricht en die twee maal per jaar prijzen uitreikt aan hedendaagse kunstenaars. Nog steeds: de Jeanne Oosting Stichting bleef na haar dood bestaan om het werk voort te zetten.

Museum voor Achterhoekse Schilderkunst (MAS) aan de Raadhuisstraat 6 Vorden is open op vrijdag en zaterdag van 14.00 tot 17.00 uur. Entree: 4 euro.


www.masvorden.nl

Eén van de vijf kinderpostzegels uit 1946. Foto: PR

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant