In de berm aan de Dollemansstraat komt zo'n veertig meter van de crashplaats van de Lancaster bommenwerper een gedenkteken te staan. Foto: PR
In de berm aan de Dollemansstraat komt zo'n veertig meter van de crashplaats van de Lancaster bommenwerper een gedenkteken te staan. Foto: PR

Gedenkteken bij plaats van vliegtuigcrash

Algemeen

BAAK – “We maken het werk af waar hij ooit mee begonnen is. Het is voor hem en diegenen die het meegemaakt hebben in Baak.” Dit zegt Henk Samberg, inwoner van Baak en betrokken bij de archiefcommissie van de Historische Vereniging Steenderen (HVS), over Marinus Harenberg die tot voor zes jaar geleden bij hem in de straat woonde. Harenberg stierf in 2014.

Door Alice Rouwhorst

“Marinus vroeg in 2013 mijn hulp bij zijn verhaal over de neergestorte viermotorige Lancaster bommenwerper op 26 juni 1943 op de Bakermark. Hij had het hele gebeuren als twaalfjarige jongen met eigen ogen gezien. Het hield hem op latere leeftijd weer bezig. Daarom had hij in 2001 geprobeerd om een herdenkingsmonument op te richten op de bewuste plek, maar daar kreeg hij geen vergunning voor. Zijn verhaal wilde hij wel verteld hebben. Zodoende nam hij met mij contact op. Zijn ooggetuigenverslag en andere wetenswaardigheden omtrent de neergestorte Lancaster is door hoofdredacteur Robert Sesink opgemaakt tot een goed leesbaar artikel en is verschenen in de Zwerfsteen, het tijdschrift van HVS.”

Onthulling door de burgemeester
Op verzoek van Gerda Romeijn-Harenberg uit Ravenstein, een familielid van Marinus Harenberg, heeft Samberg zeventien jaar later samen met dorpsgenoot Aloys Schut de realisatie van het monument weer opgepakt. Zij hebben voor elkaar gekregen wat Harenberg toen niet lukte. Op 26 juni wordt vlakbij de kruising van de Bakermarksedijk en de Dollemansstraat het gedenkteken onthuld door burgemeester Marianne Besselink. Samberg: “We willen dit in een klein gezelschap onthullen. Hopelijk ook nog met ooggetuigen die nog in leven zijn, zoals de heer Anton Hissink. Hij zit echter in een verzorgingshuis en het is maar de vraag of hij in deze coronatijd kan komen. Hetzelfde geldt voor de zoon van de Canadase piloot. Hij wil er ook graag bij zijn, maar of hij hier heen kan vliegen is maar de vraag. En mevrouw Romeijn-Harenberg uiteraard.”

Silhouet van de Lancaster
Harenberg had destijds contact met de heer Co Maarschalkerweerd uit Purmerend die een deskundige is op het gebied van in de Tweede Wereldoorlog neergestorte vliegtuigen. Samen met hem en medewerkers van het Luchtoorlogmuseum in Heemskerk hebben ze in 2002 op de plek van de crash gegraven om te zien wat er nog lag van de Lancaster. Veel klein materiaal kwam boven en is meegenomen naar het museum. Een aluminiumbalkje, vermoedelijk van het raam van de cockpit, zou bovenop een gemetselde zuil geplaatst worden met de zes namen van de omgekomen vliegers. Samberg had contact gezocht met Maarschalkerweerd om dit balkje in bezit te krijgen voor het monument. Maarschalkerweerd wist waar het was. Maar helaas kwam hij later met de mededeling dat hij het niet meer kon vinden. Het was verdwenen. Als alternatief werd een silhouet van een Lancaster uit staal gemaakt. En verder is het herdenkingsmonument precies geworden zoals Marinus in gedachte had.

Neergehaald door een Duitse nachtjager
In de nacht van 26 juni 1943 stegen rond middernacht 473 bommenwerpers op vanuit Syerston, Engeland, waaronder de Lancaster met nummer R5572 met als doel Gelsenkirchen. Aan boord drie Canadezen en vier Engelsen. Jonge mannen in de leeftijd van 20 tot 24 jaar. Allen van hen, met uitzondering van de piloot, Canadees E.W. Davidson (24), keerden niet meer terug. Zij vlogen net als tweehonderd andere bemanningsleden van dertig toestellen die nacht hun dood tegemoet: de Canadezen L.F. Sparling (23) en C.H. Sinclair (20) en de Engelsmannen J.A. Francis (20), S. Cowgill (21), E.W.H. Browne (20) en J.G.V. Williams (leeftijd onbekend) zijn begraven op de Algemene Begraafplaats in Steenderen op 29 juni 1943. Piloot Davidson had zich al eerder uit het vliegtuig kunnen redden met zijn parachute. Hij is na de sprong in Duitse handen gevallen en in kamp Mühlberg aan de Elbe opgesloten met vele andere geallieerde piloten. In Canada is hij in 1988 overleden.

Waarschijnlijk is de bewuste Lancaster ergens boven de Posbank door een Duitse jager met kogels doorzeefd. Al brandend en hoogte verliezend boog het toestel af naar de IJssel richting Steenderen waar de bewoners werden opgeschrikt door de gierende motoren van de brandende fakkel in de lucht. In het moerassige weiland, zo’n 250 meter van de boerderij ‘De Vree’ viel een gedropte bom van het toestel. Het vliegtuig verloor twee van de vier motoren. Het stortte even later rond twee uur in de nacht neer op de Bakermark, zo’n 40 meter ten noordoosten uit de hoek Dollemansstraat en Bakermarksedijk, tussen de boerderij De Dolleman, familie Harenberg, de bakkerij/maalderij van de familie Jansen van de Blauwe Hemel, het woonhuis van Van den Bos en het woonhuis van familie Notten.

Oogverslag
Harenberg beschrijft in zijn verhaal in de Zwerfsteen hoe hij deze nacht in eerste instantie als een spannend jongensavontuur beleefde. Maar als het brandende toestel op hem afkoerst, afbuigt, hoogte verliest en achter de huizen verdwijnt om vervolgens met een doffe klap de grond te raken vindt hij het toch wel heel beangstigend. ‘… verstard en verschrikt, bijna op de grond liggend keken we naar de vuurzee. Zou er nog een explosie volgen van de bommen die het vliegtuig met zich meedroeg? Of zouden die na een poosje uit elkaar springen als ze te heet werden door het vuur? Hoe zou het met de mensen gaan van wie het vliegtuig was neergevallen? Zouden er nog mensen in gezeten hebben of zouden ze eruit gesprongen zijn? Deze vragen speelden ons allemaal door het hoofd toen we daar lagen...’ Het wrak was een grote, smeulende schroothoop. Het had een grote aantrekkingskracht op Harenberg en zijn vrienden om daar een paar dagen later micaglas te rapen. Het werd echter goed bewaakt door de Duisters die hen door middel van waarschuwingsschoten in de lucht wegstuurde. Bang renden ze de verkeerde kant op waardoor het wel anderhalf uur duurde voordat ze weer thuis waren. Zo’n omweg hadden ze genomen, aldus het verhaal van Harenberg in de Zwerfsteen. Zie voor het hele verhaal:

Klik hier om het verhaal van Harenberg in de Zwerfsteen te lezen.

Laatste rustplaats in Steenderen
Uit historisch materiaal valt te lezen dat vijf van de zes omgekomen vliegers werden gekist en overgebracht naar het lijkenhuisje van de Algemene Begraafplaats in Steenderen. Voor dit transport heeft G.J. Harenberg tien gulden ontvangen. De firma Roordink & Zoon te Baak bracht 225 gulden in rekening voor vijf gebeitste kisten met handvaten en het bergen van de overledenen. Van de zesde, vermiste vlieger is later nog een identiteitsplaatje gevonden. Voor hem is een steen bijgeplaatst op de begraafplaats. Dat is de reden waarom de twee laatste grafstenen zo dicht op elkaar staan.

Herdenkingsmonument
Samberg en Schut hebben het werk van Marinus Harenberg afgemaakt. Het herdenkingsmonument is ter ere van hem en voor alle andere (nog in leven zijnde) ooggetuigen. Maar natuurlijk ook voor de jonge mannen die het leven lieten voor onze vrijheid daar in het weiland op de Bakermark. Op vrijdagmorgen 26 juni zo rond 11.00 uur wordt het door burgemeester Marianne Besselink onthuld. De bijeenkomst zal plaatsvinden volgens de geldende coronamaatregelen.

De bemanning van de Lancaster B1-R5572 die 26 juni crashte in Baak. Foto: PR
Een schetsontwerp van het herdenkingsmonument met een Lancaster bommenwerper. Een ijzeren silhouet van het vliegtuig staat op de zuil. Foto:PR

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant