Afbeelding

Column Luuk Stam - Veegmachineman

Algemeen

Veegmachineman

Het allereerste dat ik ooit in mijn leven wilde worden, was veegmachineman. Dat leek me een mooi beroep. Daarvoor wilde ik natuurlijk al wel profvoetballer worden, maar dat telde niet als serieuze beroepswens. Dat was niet realistisch. Veegmachineman, dat moest haalbaar zijn. Ik kon me dan wel niet precies voorstellen wat je ervoor moest doen om veegmachineman te worden, maar dat zou ik later vast wel leren.

Het werk van de veegmachineman zat in mijn ogen vol mooie aspecten. Ten eerste moest je vanuit die imposante cabine van de veegmachine een prachtige blik op het leven hebben. Ten tweede speelde dit werk zich altijd af in de openbare ruimte, daar waar altijd wat te beleven was. En ten derde kon het niet anders dan dat het een ongelofelijke voldoening moest geven om een straat vol bladeren in te rijden en die als een schone laan weer achter te laten.

Vaak kwam de veegmachineman langs op het moment dat wij op de hoek van onze straat aan het voetballen waren. Een bijzonder moment vond ik altijd de situatie waarin de veegmachineman op de helft was. Dan was de ene kant van de straat al kaal en lag de andere helft nog vol blad. Omdat onze straat nogal lang was, verdween de veegmachineman altijd een tijdje uit het zicht.

Misschien moest hij lunchen? Misschien zat zijn werkdag er wel op? Niets van dat alles. De veegmachineman kwam altijd weer terug. Hij verdween pas definitief uit het zicht als alle bladeren de machine in waren gezogen en de straat prachtig schoon was. Niet voor heel lang, want in deze periode van het jaar vielen de bladeren in rap tempo van de bomen. Een week later begon het hele feest weer opnieuw.

De veegmachineman was altijd dezelfde man. Hij had zwart haar. Hij zwaaide nooit naar ons. Dat begrepen wij. Hij moest immers de borstels van zijn veegmachine in de gaten houden. Het feit dat het altijd dezelfde man was, gaf niet veel hoop. Als er maar één veegmachineman nodig was, dan was het vast ook heel moeilijk om veegmachineman te worden. Dan moest je daar wel heel erg goed in zijn.

Door de jaren heen kwam ik erachter dat veegmachineman geen beroep was, maar dat het iemand was die deel uitmaakte van de buitendienst van de gemeente. Iemand die ook heel veel andere dingen deed. Dat vond ik een lichte teleurstelling. Ik vroeg me af of hij het besturen van de veegmachine het leukste onderdeel van zijn werk zou vinden. Dat leek mij wel, want wat kon er nou mooier zijn?

Omdat op het veldje waar wij vroeger voetbalden nu een grote bladerenkooi is neergezet en omdat de helft van de buurt in het bezit is van een bladblazer, heeft de veegmachineman het in onze straat tegenwoordig een stuk minder druk. Toch komt hij nog altijd langs. De man in de imposante cabine ziet er nog precies hetzelfde uit. Hij heeft nog steeds zwart haar. Veegmachineman kun je niet worden. Veegmachineman moet je zijn.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant