Afbeelding

Uut 't Wald | 'n Arfte in 'n pot

Algemeen

'n Arfte in 'n pot

Ik ben niet echt een held, maar echt bang ben ik eigenlijk ook nooit. Van mij hebben ze dus ook nog nooit gezegd dat ik grieuweleg ben. Grieuweleg en spochtereg zijn waarschijnlijk de oudste Achterhoekse woorden voor bang. Maar niet de enige. Je kunt ook van iemand zeggen dat hij foepereg is. Of giezel, schee of spolkereg. Verschillende woorden voor een en hetzelfde begrip. Maar al die woorden hebben gemeen, dat ze niet meer worden gebruikt. In het hedendaagse Achterhoeks ben je gewoon bange.

Hoe bang kun je zijn? Nou bijvoorbeeld zo bange as 'n wezzel. Net zoals in het Nederlands dus: als een wezel. Maar ook as 'n vosse, 'n haze, of 'n moes. Of as 'n arfte in 'n pot. Vraag me nu niet waarom een erwtje in een potje angst zou moeten hebben.
Er bestaat ook iets als echte doodsangst. Dan kun je (volgens het Eibergs dialect) kalk drieten. Elders wordt wel gezegd dat iemand 'de kont dicht kniept' als hij echt heel erg angstig is. Hoe dan ook, doodsangst en het achterwerk moeten iets met elkaar te maken hebben. Getuige de uitspraak: 'Hee was zo bange, iej konnen 'm wal nen eerpel in 't gat kokken'.

En dan kun je natuurlijk nog bang zijn voor een specifiek iets. Daar zijn dan weer andere uitdrukkingen voor. Heurig waezen (vuur), bijvoorbeeld. Of kopschee waezen, 'n aezel hebben, 'n dun oge hebben op. Maar als iemand iets echt heel erg vreest, dan is hij 'zo bange as den duvel vuur 't kruus'.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant