Koen Hermans pakte dit seizoen in Stelpe (Letland) de eerste WK-dagoverwinning in zijn carrière. Foto: Josef Hejnal
Koen Hermans pakte dit seizoen in Stelpe (Letland) de eerste WK-dagoverwinning in zijn carrière. Foto: Josef Hejnal

Zijspancrosser Koen Hermans uit Hengelo tweede in WK-eindstand

Algemeen

'Hans zou hier enorm van hebben genoten' 

Door Luuk Stam

Het was sportief gezien met afstand zijn succesvolste jaar als zijspancrosser. Voor het eerst in zijn carrière pakte Hengeloër Koen Hermans (21) dit seizoen in het WK een mancheoverwinning, een dagoverwinning (over twee manches) en als klap op de vuurpijl een tweede plek in de eindrangschikking. Maar het was ook een seizoen met een zwarte rand. In maart overleed zijn crossvriend, dorpsgenoot, sponsor en baas Hans Garritsen.

Uitgerekend in de eerste Grand Prix na de dood van Garritsen schreef Hermans in Oss samen met zijn Franse bakkenist Nicolas Musset voor het eerst een manche op zijn naam in het allerhoogste niveau van de zijspancross. Daarna volgden meerdere mancheoverwinningen. In Stelpe (Letland) won Hermans zelfs beide manches en daarmee zijn eerste dagoverwinning.
Voorafgaand aan dit seizoen had de jonge Hengelose crosser direct getekend voor deze aaneenschakeling van sportieve successen. "Je hoopt er altijd het beste van en je wil stappen zetten, maar dit hadden we zeker niet verwacht", vertelt hij. "Ik wilde dit jaar graag mijn eerste mancheoverwinning en mijn eerste dagoverwinning te pakken. Dat is allemaal gelukt."

Hans Garritsen maakte het niet meer mee. Op zaterdag 10 maart kwam hij bij een tragisch trainingsongeval op circuit De Vennebulten in Varsseveld om het leven. 51 was hij. Het was een klap die in de hele crosswereld hard aankwam. Voor Hermans in het bijzonder, want hij werkte samen met Garritsen in diens tegelzetbedrijf. Zijspancross was de sport die hen beiden lief was. "Je weet dat er risico's aan deze sport zitten", zegt Hermans. "Maar als het iemand overkomt die zo dichtbij je staat, dan ga je toch extra nadenken waar je mee bezig bent. Toch heb ik de knop om kunnen zetten. Dat moet ook, want als je op de baan aan dit soort dingen gaat denken, dan kun je beter stoppen."

Inmiddels heeft Hermans bij het tegelzetbedrijf zijn eigen werkbus gekregen, maar in het verleden haalde Garritsen zijn jonge werknemer vaak thuis op. "Als wij met het crossen in het weekend goed hadden gepresteerd, zat Hans op maandagochtend als ik instapte al met een grote lach op zijn gezicht in de bus", blikt Hermans terug. "Dat vond hij zo mooi." Hermans is er dan ook van overtuigd dat Garritsen enorm zou hebben genoten van de tweede plek in de WK-eindstand. "Die mannen hebben zo'n passie voor de sport", klinkt het. "Zo'n Bart Notten staat als wij een manche winnen met tranen in de ogen langs de kant van de baan. Zo iemand was Hans ook. Alle crossers die je in Hengelo vraagt, zullen dat bevestigen."

Ook Hermans is gek op zijn sport. En ook al is hij nu tweede van de wereld, het voelt nog altijd als zijn hobby. Rijk wordt hij er dan ook niet van. Sterker nog; het kost hem geld. "Ik kan mijn sponsoren bijna niet genoeg bedanken", benadrukt de zijspancrosser. "Maar er moet ook veel eigen geld bij. Dat vind ik ook niet erg. Het is mijn hobby. Het zou gek zijn als ik dat allemaal door sponsoren laat betalen."
Toch is het op zijn minst opmerkelijk dat een zijspancrosser zelfs al nummer twee van de wereld alle zeilen bij moet zetten om alles aan elkaar te knopen. De zijspancross heeft in Nederland als sport niet de A-status van sportkoepel NOC*NSF zoals de wegrace, de motorcross (singles) en de enduro die wel hebben. De zijspancrossers krijgen daarom geen maandelijkse vergoeding. Ook het prijzengeld blijft enorm achter bij de motorcross.
Pas in 2021 beoordeelt het NOC*NSF deze status opnieuw. Tot die tijd zit er voor Hermans als hij wil blijven crossen niets anders op dan heel hard werken. "Het komt voor dat we op maandagochtend na een Grand Prix om kwart over vijf thuis zijn en dat ik om zes uur weer naar het werk moet", schetst Hermans. "Ja, je moet er veel voor over hebben."

Vanuit Letland was het ruim 1.700 kilometer rijden. De laatste Grand Prix van het seizoen – die in het Frans Vesoul – lag op iets meer dan 600 kilometer van huis. Op zondag 2 september was er daar voor team Hermans motorpech in de eerste manche en winst in de tweede. In die tweede manche voerde de Hengeloër van start tot finish het veld aan. De dagwinst ging naar het jonge Nederlandse duo Julian Veldman en Glenn Janssens.
In de strijd om de wereldtitel waren de Belg Marvin Vanluchene en zijn Nederlandse bakkenist Ben van den Bogaart al niet meer te achterhalen. Het duo eindigde op 507 punten. Hermans en Musset pakten met 427 punten de tweede plek. Etienne Bax en zijn bakkenist Kaspars Stupelis completeerden met 392 punten het podium in de WK-eindstand.
Het seizoen zit er nog niet helemaal op. Op zondag 23 september wacht in Slagelse (Denemarken) nog de Sidecarcross of Nations. Hermans zal hier samen met team Willemsen en team Bax Nederland vertegenwoordigen. Vorig jaar pakte het Nederlandse team met Hengelose inbreng de titel. "Theoretisch gezien moet dat weer kunnen", stelt de nummer 2 uit het WK. "Maar het is zeker niet zo dat we al gewonnen hebben."

Na de wedstrijd in Denemarken kan de blik op volgend seizoen. Een seizoen waarin Hermans opnieuw samen zal rijden met de 24-jarige ervaren Fransman Musset in de bak. "Hij past goed in het team en heeft het bij ons naar zijn zin", klinkt het. "En ik heb veel van Nicolas geleerd. Vooral op de hardere banen in het buitenland, daar zijn we erg in vooruitgegaan."

Het doel voor volgend jaar is een podiumplek in de WK-eindstand. "Hoe hoger je komt, hoe lastiger het wordt om een stap omhoog te maken", beseft de jonge Achterhoeker. "Dit seizoen was de top vijf vooraf ons doel, maar we hebben dit jaar zo vaak op het podium gestaan. Ik durf wel te zeggen dat we nu in de top drie thuishoren."

In de zijspancross krijgen de rijders hun startnummer aan de hand van de WK-eindstand. Hermans begon ooit met nummer 72, reed achtereenvolgens met de nummers 15, 6, 8 en 5 en rijdt volgend jaar dus met nummer 2. Stiekem hoopt hij ermee naar de wereldtitel te rijden. "Dat wil natuurlijk iedereen", zegt Hermans. "Maar het komt voor ons nu wel steeds dichterbij."

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant