Afbeelding

Column Eva Schuurman - Fictie

Algemeen

Fictie

Het is een serie over een moord, we bekijken het Engelse landschap en huiveren alsof de kustlijn door de kamer jaagt. In de eerste aflevering huil ik mee als ware het mijn eigen verdriet. We bingewatchen* zonder dat we die term ooit hardop gebruikten. Speculeren over daders, daden en gevolgen. "Denk jij dat de loodgieter? Of toch de pastoor?" Ik probeer roemloos het accent van de hoofdpersoon te imiteren, jij zegt dat ie zonder ondertiteling niet te verstaan is. Ik gniffel, dit is fijn. We hoeven niet na te denken, het wordt langzaam laat en jij draait de kachel hoog. Ik reken uit hoe lang ik nog slapen kan als we er nog eentje doen.

Je hoofd ligt op mijn schoot, ergens halverwege de serie verraadt je lichaamstaal jouw komst. Wanneer je mijn kant op helt en ik plagerig veins net te willen gaan verzitten. Het zijn die gebruikerssporen in ons samenzijn die zwijgend vertellen wie we samen zijn, we weten elkaar. Hoe ik weet dat jouw hand komt als ik voorover leun en jij dat tikje tegen de klep van je pet verwacht waardoor hij hoger op je hoofd te liggen komt. Hoe ik plagerig mijn pas versnel wanneer je voor een knuffel op me afloopt en jij mij de weg verspert als ik haast heb.

We dansen om elkaar heen, we stoeien met woorden en gebaren. Ik verhef mijn stem als ik me niet gehoord voel, ook als je dichtbij bent. Jij doet altijd de eerste toenadering na verwijdering. Ik worstel door als jij stopt omdat ik denk alsnog te kunnen winnen, jij kietelt niet als je beloofd hebt dat het klaar is. We zijn met elkaar vergroeid. Als klimop tegen een huis, denk ik soms. Een huis waarin 's avonds laat twee gelukkige zombies verslaafd kijken naar een Engelse serie over een moord. "Of is het toch die vader?"

Soms zijn we lichtvoetig simpel, wij tweeën, en dan weer van alles bewust. En als we niet na willen denken over de routes die we gaan moeten, maken we onze hoofden leeg met de beelden van een ander. Vullen we de kamer met fictie, raken we verslaafd en verrukt. Zijg jij neer op mijn schoot en vechten we enkel tegen de slaap. Dat gunnen wij onszelf, dat we mogen zijn. Tegen de haarrichting in strijkend en blokjes kaas etend. Snotterend, verkneukelend, meeslepend en dacht-ik-het-nietend.

"Mam, je staat op Netflix!", roepen mijn meisjes de volgende ochtend. De serie die ik vertaalde is online. Niets anders dan mijn naam is zichtbaar, ver nadat het systeem vanzelf doorgaat naar de volgende aflevering. Een patroon dat ik inmiddels als geen ander ken. Niemand zal het zien, het is bijna alsof het niet waar is. Fictie. Maar voor de kinderen ben ik zojuist officieel onsterfelijk geworden. "Mama bingewatchen kan trouwens ook zonder scherm", zeg ik trots. Ze hebben er geen ogen naar.

*Bij bingewatching worden minimaal twee afleveringen van een serie achter elkaar gekeken. (Eva deed het al voordat ze wist wat het betekende, haar vriend kent de betekenis sinds hij dit stuk gelezen heeft).


Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant