Afbeelding

Column Eva Schuurman - Vrede

Algemeen

We hebben zoveel gekift met elkaar. Over de afwas, de wc-bril, speelgoed, kleding, aandacht en het laatste stukje rookworst. Over verdwenen legostenen, opgedroogde viltstiften, geleend geld en muzieksmaak. Wie als eerste de telefoon opnemen mocht, vals spelen met monopoly (even naar het toilet moeten en dan honderd spelguldens missen), wie er aan de beurt was om de katten te voeren en wie de laatst gehoorde mop vertellen mocht. De beste verstopplek, het liefste compliment en de grootste taartpunt. En de dag dat één van hen al mijn barbies kaal had geknipt heb ik nog steeds niet verwerkt. Maar met Kerstmis zeiden we altijd vroom bij elk twistpunt: "Vrede op aarde." Hypocriet, doch voor mijn ouders twee dagen rust op aarde.

Ik kan me niet heugen dat er toentertijd een week van de vrede was en of het ons wat had kunnen schelen. We woonden gewoon in een heel klein huisje, met een heleboel persoonlijkheden. We deelden ruimte en rede, ruzie en vrede. Het ging van onder de gordel tot in de armen, en weer terug. We sjoelden met de feestdagen, maakten elkaar belachelijk, werden tot de orde geroepen, zongen van de hemel en landden terug op aarde. En met kerstavond daalde de vrede van de enige kerkdienst die we elk jaar bezochten zedig op ons neder.

Vandaag hoorde ik mijn eigen kinderen vertellen over de vrede. De jongste was speciaal met vlechten in gaan slapen, ze wilde krullen in de kerk. De oudste is reeds gezegend met krullen, die lag minder bekneld in bed. Ze wilden zingen in het koortje, dus we waren erbij. De kinderkerkdienst in de week van de vrede. De akoestiek maakte van alles een wollige kakofonie, kopstemmetjes stegen boven golvende zanglijntjes uit en na afloop bleef het applaus netjes uit. En oh ja, ik was weer eens vergeten dat je bij zo een gelegenheid geld mee moet nemen (sorry). Wellicht komt het omdat ik nog met mijn hoofd in de wolken was. Omdat ik terugdacht aan de dag ervoor.

Iets met een zaterdag en wentelteefjes bakken. Met de dekens op de bank en de slaap uit de ogen wrijven met in de ene hand een stift en de andere een rol plakband. Stiekem de zon ontkennen door de gordijnen dicht te laten. Knutselen met wc-rollen en schoenendozen. Tegen elkaar aankruipen en wanhopige pogingen ondernemen geen hagelslag op de bank te morsen. Gniffelen om gekke dansjes en daarna weer snel terug kruipen in een iglo van dons en dekbedhoezen uit positie. Avondeten met op de laptop een herhaling van het een of ander dat hen vergeten deed dat er wel heel veel groente in de prak zat.

En in de kerkbank, terwijl de krullen van mijn jongste langzaam naar de zerken zakten, tussen de onverstaanbare mix van kinderstemmen en hoge plafonds door, mijmerde ik terug naar die dekbedzachte, nieuwe herinnering. Naar mijn eigen vrede. Naar tevreden.

Vol tevredenheid over mijn mijmering reed ik na afloop achter de krullen aan naar huis. Alwaar ze direct ruziemaakten over hoelang de week van de vrede eigenlijk duurt.


Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant