Afbeelding

Column Wieke Vink - Parken en bossen

Algemeen

Laatst mocht ik een lijstje invullen, met mijn favoriete plekken om te wandelen. Het Achterhoekse drietal Korenburgerveen, de Bekkendelle en het Loohuisbos schreef ik meteen op. Dat is opmerkelijk, want ik woon op dit moment in Londen. Om in de Achterhoek te kunnen wandelen, moet ik dus eerst de Eurostar naar het Europese vasteland nemen. Maar blijkbaar laten de bossen uit je jeugd je niet makkelijk los. 

Gelukkig zorgen nieuwe omgevingen ook voor mooie nieuwe ervaringen. Zo zag ik onlangs voor het eerst in mijn leven twee levensechte vossen in het wild – midden in Londen! Dat is me in het Loohuisbos nog nooit overkomen. 
En Angela Groothuizen? Die zingt in het nummer 'Ik houd van dit land': 'Dit park is mijn tuin'. Herkenbaar, maar duidelijk een stadsperspectief. Op het platteland heb je geen parken – daar heb je bossen en velden en weilanden. Maar inderdaad, in de stad zoek ook ik mijn toevlucht tot het park. Gelukkig heb je die in Londen in grote getale, maar die gaan wel na zonsondergang op slot. Dat vind ik als verstadste plattelander toch maar een gekke gewaarwording. Ook dat is het voordeel van reizen: dat je leert te waarderen wat je hebt en niet ver hoeft te gaan om te vinden wat je zocht. Uiteindelijk willen alle mensen namelijk hetzelfde: liefde, een veilig thuis, brood op de plank, een goede toekomst voor hun kinderen en een beetje natuur – als het even kan. Laat dat nou net ook allemaal in de Achterhoek te vinden zijn. 
Met alle ontwikkelingen maak ik me soms zorgen over de wereld. Er wordt zoveel geroepen, ook door politieke leiders. Wijze oude vrouwen in mijn omgeving zeggen daarover 'zo ku-j toch neet proaten'. Marvin Gaye zingt ook door mijn hoofd, met zijn 'What's going on?'. Bij gebrek aan het Aaltens Loohuisbos vind ik het dan fijn om in een park te zijn. In de zon op een bankje, met inmiddels een dikke winterjas. Even tot rust komen en de dingen overdenken. Bedenken hoe we kunnen zorgen dat we niet vanuit angst handelen, maar verbinding blijven zoeken – ook met mensen die in eerste instantie misschien anders lijken dan wijzelf. Dat we onszelf ook in de spiegel moeten aankijken. Of mooier nog: in de rimpeling van het wateroppervlak. Nog altijd zie ik in gedachten mijn vader aan een touw boven een Winterswijks beekje bungelen – stoer als hij deed, om te bewijzen dat hij toch echt onze held was. Ik was van zijn superkrachten overtuigd, maar toch ook bang dat hij zou vallen. 
Het zijn dit soort herinneringen die een abstract thema als 'leefbaarheid in de Achterhoek' tot leven brengen. Het maakt het concreet en tastbaar, net zoals de nieuwsberichten uit De Gelderlander die mijn moeder me met dank aan de moderne technieken wekelijks door-appt. Want ook al voel ik me ook thuis op andere plekken, het wel en wee in de Achterhoek gaat me na aan het hart. Het is namelijk waar ik vandaan kom en waar ik leerde fietsen, ook al doe ik dat tegenwoordig aan de linkerkant van de weg. Het is de plek waar mijn jeugdherinneringen liggen en waar ik graag naar terug kom. Het is de streek waar de wijsheden van onze grootouders en voorgaande generaties te vinden zijn – ergens diep in de bossen, verscholen tussen de Achterhoekse bomen. Als we maar blijven luisteren.

Wieke Vink (25 jaar) is geboren in Winterswijk, getogen in Aalten en woont op dit moment voor haar studie in Londen. Ze studeert daar mensenrechten en internationaal recht aan de University of London, nadat ze eerder cum laude afstudeerde aan de Universiteit van Amsterdam.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant